Pannekoekkwartieren

1) Feit en Fictie, over mijn kwartierstaat

2) Introductie mijn kwartierstaat (volgt)

3) Het onderzoek naar mijn kwartierstaat (volgt)

4) Pannekoekkwartieren Fritser Nijstad

1) Feit en Fictie,

over mijn kwartierstaat *

*Oorspronkelijke tekst geschreven in 2001-2003 als onderdeel van Pannekoekkwartieren, verslag van een verkenning naar voorouders in een Colonie met een Curriculum Vitae Pannekoek. Kleine niet-inhoudelijke bewerkingen en aanvullingen in 2011 en 2021.

Simplicissimus, hoofdpersoon in het boek van Christoffel von Grimmelshausen over het leven ten tijde van de gruwelen van de Dertigjarige oorlog in de Duitse Landen, brengt al op de eerste bladzijde te berde dat er in die dagen ‘waarvan velen denken dat het de laatste zijn’ bij bepaalde omhooggeduikelde lieden de kwaal de kop opsteekt te denken dat ze meteen ook doorluchtige heren en adellijke personen uit een oeroud geslacht zijn. ‘Het blijkt echter maar al te dikwijls dat hun voorouders dagloners, karretrekkers en sjouwers geweest zijn, hun neven ezeldrijvers, hun broers gerechtsdienaars en beulsknechten, hun zusters hoeren, hun moeders koppelaarsters of zelfs heksen en in summa hun hele geslacht met alle 32 voorouders even drekkig en besmeurd als de bende van de suikerbakker van Praag. Meer nog, deze nieuwe nobilisten zijn dikwijls zelf zo zwart alsof ze in Guinea waren geboren en grootgebracht’ 1). Mooi gezegd en wat een mooi boek. Maar vol verschrikkingen, dat wel. Verschrikkingen die wellicht ook voorouders van mij richting Colonie joegen. Trouwens Von Grimmelshausen, het geslacht waar je het over hebt bestaat uit 31 personen en 28 daarvan en niet 32 zijn voorouders, maar dat terzijde, zelf moet ik ook steeds weer tellen.

In de laatste veertig jaar is genealogie in Nederland populair geworden en is wel aangeduid als geslachtsziekte nummer 1. In dit geval komt die dan merkwaardigerwijs vooral voor bij wat oudere mannen die het rustiger aan zijn gaan doen. Het grootste deel van hen richt zich op het volgen van vaders naamlijn terug in de tijd. Verder dan een beetje kwartierstaat – het verzamelen van gegevens over alle voorouders – komen ze niet en dit is wel begrijpelijk, al was het alleen maar vanwege de gigantische hoeveelheid werk en tijd die er in gaat zitten. Zelf was ik ooit zo gek te menen me aan een volledige kwartierstaat te moeten bezondigen – en dan heb ik het nog steeds over de meest gangbare eenvoudige vorm waarin alleen levensdata, woonplaatsen en hier en daar een beroep en een godsdienstige gezindte bij de gevonden voorouders vermeld wordt – maar al bij deze eenvoudige vorm moest ook ik in een vroeg stadium bakzeil halen en me uiteindelijk beperken.

Nog even pak ik het handboek erbij dat zegt dat genealogen zich bezig houden met op afstamming berustende betrekkingen tussen mensen. Wettelijke afstamming wel te verstaan want, pas op, we hebben het niet over de verborgenheden die mensen met elkaar onderhouden. De mensen waarnaar gekeken wordt zijn trouwens bijna altijd al lang dood, want genealogen graven in het verleden. Interesse voor dit genealogisch onderzoek was er het eerst bij de adel en de bourgeoisie, pas later kregen mensen uit andere standen ook belangstelling. Vaak was de behoefte aan een hoge, juiste of goede komaf,  zoals Von Grimmelshausen laat zien, het eerste motief voor afstammingsonderzoek.

Tegenwoordig is genealogie, denk ik, voor verreweg de meeste beoefenaars vooral een tijdverdrijf geworden. Een door het recherche-achtige speurwerk heel verslavend tijdverdrijf. Toch zou ik diegenen waarbij nog steeds andere veronderstellingen en motieven een rol spelen niet graag de kost geven. Om het even eenvoudig te houden, er leven, meen ik, bijvoorbeeld nog steeds, hoe zal ik het zeggen, verlangens naar een nette komaf en die zijn beslist algemener dan verlangens naar een geslacht van aan de rand van de samenleving rondlummelende figuren. Wat ik persoonlijk jammer vind, want wat is er nu over brave burgers en buitenlui in de archieven te vinden? Nu zou ik wel een betoog kunnen houden over allerlei mogelijke motieven bij genealogen, maar het lijkt me passender in het kort mijn eigen motieven –  hierover heb ik in mijn Curriculum Vitae Pannekoek  al iets losgelaten – eens nader te bekijken. Problemen en merkwaardige kanten van dit soort onderzoek komen dan vanzelf naar voren.

Ik moet flink in mijn herinneringen graven om gevoelens op te diepen die ik denk gehad te hebben toen ik voor het eerst namen, levensdata, woonplaatsen en beroepen van personen die mijn voorouders zouden zijn geweest onder ogen kreeg. Wat wist ik toen ik twintig was van de jeugdjaren van mijn grootouders en van het leven van mijn overgrootouders? Op die leeftijd misschien meer dan menigeen, nieuwsgierig was ik er namelijk wel naar, maar in feite bitter weinig. Niet meer dan een paar bekende familieverhalen en losse anekdotes waaruit vage noties resteerden over leeftijden, woonplaatsen en beroepen. De nieuwe gegevens riepen beelden op, of, beter, brachten sensaties teweeg –  want het waren vooral gevoelens denk ik – die, het kan niet anders, zeer persoonlijk van aard waren en vooral te maken hadden met mijn eigen jeugd. Ze voerden terug naar kalme namiddagen met een boek in de stilte van de donkere achterkamer van mijn grootouders Booij aan de  straatweg naar het vestingstadje Coevorden, naar geurige momenten aan de rand van een bekroosde wijk in een streek die  Siberie genoemd werd en de zilveren voorntjes in het zwarte water van het Lange Rak. Of naar zomeravonden waarop werd gehooid aan een water dat de Regtwijk heette en ik vanonder een van de opgeworpen bergjes hooi toekeek. Het waren sensaties waar een seksuele spanning in zat die ik nog steeds kan navoelen. Het zijn dit soort beelden en gevoelens – geen droefheid of hardheid, maar rust, zonnige kalmte en afstand – die bij mij boven komen als ik nadenk over het leven van mijn Colonie-voorouders. En het verlangen naar dit soort sensaties is gebleven. Het zal wel romantiek en nostalgie zijn en er zal zeker nog wel meer achter zitten, het zij zo 2).

Daarnaast werd ik al snel gegrepen door het speurwerk, het willen aanleggen van het volgende stukje van de puzzel waarvan je niet weet hoe die er uit zal gaan zien. Ook dit is een beweegreden gebleven. Zoals ik eerder vertelde volgde ik eerst mijn vaders naamlijn, toen die van zijn moeder Margje Botter en daarna volgden de naamlijnen Booij en Metselaar van mijn moeders kant. Tenslotte breidde ik mijn onderzoek uit tot al mijn voorouders, dus  tot een kwartierstaat. Gaandeweg, mede door de wijze van verwerking van de gegevens, drongen zich steeds sterker gedachte en beeld op de top te zijn van een unieke piramide van voorouders – een voor de hand liggende weergave en een uniciteit die ik enkel deel met mijn zussen. Daarbij meende ik dat ik alleen al via kale gegevens uit mijn kwartierstaat, mijn voorouders tot in een ver verleden zou kunnen leren kennen. Tegelijk kreeg de gedachte dat een wat nadere kennismaking met hen mijn eigen aard en mijn omgang met de wereld zou kunnen verklaren en beter doen begrijpen langzaam vaste voet en bleef een tijdlang de belangrijkste beweegreden voor mijn verdere onderzoek.

Want in die tijd, zo tussen mijn dertigste en veertigste jaar, mat ik mij de identiteit aan van een – natuurlijk nog jonge – man die worstelde met twee zielen in z’n borst. De gespletenheid die ik al langer besefte meende ik bevestigd te zien in de uitkomsten van mijn familieonderzoek en werd er door versterkt. Ik voelde me kunstenaar, artiest en wilde vooral groots en persoonlijk schrijven. Tegelijkertijd wist ik me een goede huisvader van nette, brave orthodox-protestantse arbeiderskomaf en een nauwgezet, gewetensvol historicus. De twee zielen zag ik als een Siamese tweeling waarbij de sterkste de zwakkere –  natuurlijk de onaangepaste kunstzinnige ziel – er onder hield. Een simpel beeld en niets bijzonders wist ik ook, want in een dergelijke tweestrijd meenden al velen ten onder te zijn gegaan. Maar toch drong  het zich als een lichtend inzicht aan mij op. In de wisselwerking van nadenken over mezelf en verdieping in mijn achtergronden  – zo zag ik het en voor beide nam ik de tijd – creëerde ik deze identiteit en werd ze steeds helderder. Uit mijn familieachtergronden meende ik onder andere mijn honger naar kennis, hang naar het artistieke, naar lezen, literatuur en schrijven, maar ook mijn verzet tegen opgaan in een geldbeluste wereld en mijn voorkeur voor afzondering, afzijdigheid en alleingang te begrijpen. Dat dit alles grotendeels erfelijk bepaald was, daarvan was ik, geheel tegen de toenmalige tijdgeest in, waarin aan ‘nurture’ veel meer kracht werd toegekend dan aan ‘nature’, inmiddels overtuigd. Erfelijkheid werd zelfs een obsessie en zo, weet ik nu, een onheilsvoorspellende voorbode of, wellicht, een soort van selffulfilling prophecy.

Natuurlijk wist ik dat het zogenaamde milieu ook een rol speelde. De biologisch geërfde eigenschappen en kenmerken traden immers vanaf de conceptie in het strijdperk met de omgeving, met omstandigheden en gebeurtenissen. Er begon een ingewikkeld spel van wederzijdse beïnvloeding 3). Maar ook die omgeving en die omstandigheden waren niet toevallig, want voor een belangrijk deel historisch bepaald, overgedragen uit het verleden. Zeker wanneer, zoals in mijn geval, in die omgeving gedurende generaties weinig veranderde. Zo zie ik het nog steeds en dit determinerende denken is niet zo vreemd voor iemand die van huis uit is besmet door predestinatie en als historicus doende is met lange lijnen en een voorouderpiramide.

Laat ik voor het gemak nog even blijven uitgaan van de kwartierstaat die ik in aanvang nastreefde; een geordende (!) verzameling van fundamentele gegevens over al mijn werkelijke, echte of biologische voorouders. Alles tautologie natuurlijk, want voorouders zijn voorouders. Alleen al gezien mijn eerste motiveringen kon ik het niet bij die summiere informatie laten en  was ik geïnteresseerd in alles wat er in de familiesfeer overgedragen kon zijn. Langzaamaan kwam er echter nog een motief naar voren dat het hoofdmotief voor mijn kwartierenonderzoek zou worden. Ik maakte uiteindelijk mijn voorouders in de Colonie tot het hoofdonderwerp van mijn schrijfambities (zie ook Curriculum Vitae Pannekoek). Om deze ambities te kunnen waarmaken meende ik veel te moeten weten over, laat ik zeggen, mijn fysieke – en sociale achtergronden.

Voordat ik hier misverstanden veroorzaak, ik doel in dit verband met fysiek op dat wat genetisch wordt doorgegeven en met sociaal op de overige overdracht. De uitkomst is dan de totale chemie die een persoon vormt en daar zitten aard of karakter en dat wat psyche of geest genoemd wordt ook in. Naar mijn mening is alles aan een mens des lichaams – dus fysiek in een andere betekenis dan zo-even – en dan blijkt meteen dat ik de oude en hardnekkig in het dagelijks spraakgebruik voortlevende opvatting die de geest en of de ziel tegenover of zelfs buiten het lichaam plaatst een misvatting acht. Het mentale en het brein vormen een geheel

Eerst iets over die fysieke- of genetische achtergronden. Van de velerlei aanleg, eigenschappen en kenmerken die een mens genetisch meekrijgt, beperk ik mij hier angstvallig tot twee op dit terrein heel bekende en relatief eenvoudige voorbeelden en wel gelaatstrekken en artistieke aanleg. Tegen mij werd en wordt nog altijd gezegd dat ik zo op mijn vader lijk. Dat is zeer waarschijnlijk waar, hoewel ik als ik in de spiegel kijk mezelf anders wil zien. Hoe dit laatste komt denk ik ook te weten, maar dat is een ander verhaal. Mijn jongste zus heeft diezelfde trekken en ze worden als gebruikelijk aan onze achternaam gekoppeld. Dat geldt dan maar voor 1 generatie, want ze komen zo lijkt het vooral van mijn grootmoeder Margje Botter en bij een aantal van haar zeven kinderen domineren ze. Of die haar gezichtstrekken vooral erfde van een van haar ouders weet ik niet, want van mijn overgrootvader Roelof Botter heb ik enkel die ene onduidelijke foto en van mijn overgrootmoeder Margje Kuik weet niemand iets omdat die al meer dan een eeuw dood is. Kijkend naar de schimmige foto van een oude Roelof denk ik dat mijn grootmoeder haar gezichtstrekken vooral van haar moeder erfde 4). Mijn eigen moeder ontwaarde in die trekken altijd iets joods, door de neuzen, donkere haren en wat donkere huidskleur. Ze meende in dit idee bevestigd te worden toen ik in een Colonieregister uit 1830 een van godsdienst Israëlitische familie met mijn achternaam aantrof. Dat er tussen de families geen andere overeenkomst bleek dan de naam en dat de gelaatstrekken waarschijnlijk niets van doen hadden met onze achternaam, deed uiteindelijk niet zoveel aan haar mening af.

Over foto’s gesproken. Op een gegeven moment ging ik beginnend bij de huwelijksfoto van mijn ouders op zoek naar portretten van mijn grootouders en overgrootouders op verschillende leeftijden. Dat was geen eenvoudige opgave. De uiteindelijk gevonden foto’s met bijbehorende korte levensbeschrijvingen bracht ik samen onder de voorlopige titel Eenzame hoogte. Voor de titelpagina meende ik een foto waarop ik  ergens in Valle d’Aosta op 2000 meter hoogte voor een berghut sta te moeten gebruiken. Een wat merkwaardige keuze die in ieder geval te maken had met mijn een associatie met de piramide. Dezelfde titel achtte ik overigens ook goed bruikbaar voor een mij welgevallige serie pornografische afbeeldingen die eveneens onderdeel zouden moeten zijn van mijn project.

Nu is van mijn grootmoeder Grietje Metselaar, die in 1933 overleed, slechts 1 portret overgeleverd en van twee overgrootmoeders die al in de negentiende eeuw op jonge leeftijd stierven is helemaal geen afbeelding bewaard. Ik ben afkomstig uit families waar geen geld of aandacht was voor moderne fratsen, ja, deels regelrechte angst bestond voor de fotografie als een werktuig van satan. Het onderzoek naar de historie van mijn gelaatstrekken heeft dus, ondanks al mijn moeite, maar een heel geringe dimensie en voor de meeste mensen geldt hetzelfde. Alleen in een klein aantal families, gegoed of anderszins bijzonder is die diepte er wel. Het soort erfelijkheidsonderzoek dat ten tijde van laatste wereldoorlog wel werd voorgesteld had toen ook alleen voor een kleine groep bevoorrechten kunnen worden uitgevoerd 5). Bij een overvloed aan familiefotografie zou tegenwoordig voor heel veel mensen een dergelijk onderzoek breed kunnen worden opgezet, maar diepte zou nog lang blijven ontbreken.

Over uiterlijk en erfelijkheid heb ik nog een mooi verhaal. In het gezin waaruit mijn moeder afkomstig is werden de Booijen gezien als wat kleine stevige personen met een ronde kop, blond-rossige haren en blauwe ogen. Was er een familiereünie dan haalden ze hun hart op. Nu is dit niet vreemd, want mijn overgrootouders Arend en Aaltje hadden beiden de achternaam Booij en beschikten eveneens allebei over genoemde kenmerken 6). Dat bij hun nakomelingen de gedachte postvatte dat alle personen met de achternaam Booij ook deze uiterlijke kenmerken wel moesten vertonen, is zo niet onbegrijpelijk, maar blijft gek. Elke Booij die hun pad kruist en aan genoemde kwaliteiten voldoet is een bevestiging en dan is het; zie je wel! Deze geheel anti-Popperiaanse benadering was ook aan mij niet helemaal voorbij gegaan en lange tijd stelde ik me Booijen tot ver in het Colonieverleden voor met ronde blonde koppen.

Tot op een dag mijn moeder bij een van haar bezoeken aan de evangelische boekhandel van de Colonie uit een ooghoek opeens de naam van haar vader op de rug van een boek zag staan: J.Booij 7). Het boek handelde – het zou ook niet zo zijn – over verlossing, het einde der tijden en het volk Israël. Zij voelde zich met de inhoud erg verwant en meende dat haar vader het wel geschreven had kunnen hebben. Zelf vond ik deze feiten ook frappant, hier moest ergens een connectie zijn. Ik ging telefonisch op onderzoek uit en kwam terecht bij de schrijver , zowaar een leeftijd – en plaatsgenoot, en via deze bij zijn iets jongere broer  S. Booij. De laatste hield zich op geheel eigen wijze ook met de historie bezig en had zich het beeld gemaakt dat de Booijen over het algemeen mensen waren met een donker uiterlijk. En zowaar, vanwege zijn eigen donkere voorkomen met lange baard, meende hij af en toe zelfs dat er ergens ver weg, in de Booij-lijn natuurlijk,  een afstamming moest zijn van Het Volk.  En ja , via het Engelse koningshuis –  Bowes Lion immers – zelfs van de tien verloren stammen Israëls die, voor mij als niet-ingewijde, want er bleek alleen al op het Internet uitgeprint een kast vol lectuur beschikbaar, op raadselachtige wijze weer zouden zijn opgedoken in Groot- Brittannië 8). Enfin, ons Booij-beeld lag mooi in scherven.

In de telefonische contacten kwam veel meer ter sprake en dat brengt mij terug bij erfelijkheid en aanleg. En wel, ik had het er al over, bij de artistieke neigingen die ik bij mijzelf en bij mijn familie aan de Booij-zijde meende aan te treffen. Ik zeg al langer dat het hier gaat om kleine artistieke talenten gepaard aan een gebrek aan discipline, doorzettingsvermogen en wilskracht. Zoals ik het zie en zover ik weet is deze combinatie over twee generaties gezien aanwezig bij mij, een van mijn zussen, mijn moeder, twee van haar zussen en haar broer en zijn zoons.  Wij schrijven, schilderen en musiceren, weliswaar voor een heel klein publiek, maar de aanleg leidt in ieder geval tot enig tastbaar resultaat. Hij komt van mijn grootvader Jan, dat kan niet anders. Zijn broer Jacob had de aanleg ook, net als mijn grootvader schreef hij voor de krant en maakte hij gedichten. Maar van wie hadden zij het? Van de kant van hun vader Arend Booij of van die van hun moeder Aaltje Booij? Kwam het van beide kanten, was het een toevallige mutatie of uitte deze erfelijke aanleg zich nog op andere manier, bijvoorbeeld in zucht naar avontuur? Zo emigreerde Klaas Booij, broer van mijn grootvader, naar Canada (Kanaadaaa werd wel in de kolonie gezegd) en over wat hij daar meemaakte bestaan sterke verhalen en mijn moeders oudste zus was omstreeks 1960 een tijdlang onderwijzeres in Suriname. Na haar terugkomst was zij een van de eersten in ons milieu die een auto had, ook een avontuur.

Het spoor liep dus dood tot de bovengenoemde andere schrijver J.Booij op mijn pad kwam. Meteen dacht ik dat ik via hem misschien verder kon komen met mijn zoektocht naar de oorsprong van onze artistieke- en schrijfaandrang. Aan de telefoon bleek deze Booij zeer Booijs omdat hij het grootste deel van het wel twee en half uur durende gesprek aan het woord was, vooral over godsdienstige zaken, weliswaar ietwat verlicht, maar toch; het einde der tijden, de rol van Israël! En het gesprek met zijn broer S. kort daarna; een wat ander pak, zelfde laken. Die vertelde zoveel papier thuis te hebben dat mijn eigen berg erbij in het niet viel. Zelfs een manuscript van duizend pagina’s. Helaas bleek ik voor een gezamenlijke Booij – voorouder terug te moeten gaan naar eerste helft van de achttiende eeuw. Wel woonde die in de Colonie. Een nakomeling van hem trok daar omstreeks 1900 weg en mijn telefonische gesprekspartners waren weer nakomelingen van deze Booij.

Kon het zo zijn dat hier bepaalde erfelijke eigenschappen zo dominant waren dat ze in de onvoorstelbare vermenging van generaties overeind hadden kunnen blijven, vroeg ik mij af. In ieder geval zou het absurd zijn dat die zich dan alleen via de mannelijke naamlijn voortgeplant zouden hebben 9). In mijn geval was dat immers ook anders gegaan. Toch hield ik de indruk dat in de Colonie een aantal mensen dragers waren van deze eigenschap en dat die op een of andere wijze met de naam Booij verbonden was. Schrijven en historie. Ik denk aan de turfgraver Hendrik Booij die op z’n oude dag drie beschouwingen over zichzelf, de Colonie en de tijd waarin hij leefde op papier zette 10). Ook aan Thijs Booij, persoonlijk secretaris van koningin Wilhelmina, beheerder van het koninklijk archief en schrijver van historische werken 11). En – omdat ik de laatste jaren verslingerd raakte aan de Son, de dans van Cuba – aan Hans de Booij met zijn boek De dromer van Santiago de Cuba 12). Nooit duiken er schrijvers of kunstenaars op met mijn achternaam. Maar ik zou verder moeten zoeken om de zinnigheid van deze indruk aan te tonen. En zou die niet onzinnig zijn, wat moest ik dan met de door mij zo verlangde connectie met de onaangepaste scheepstimmerman Hendrik Thijs Thalen, een voorouder die in de Franse Tijd vanuit het gevang brieven aan zijn vrouw schreef? Weliswaar zonder de familienaam Booij, maar wel schrijver 13). Wilde ik een dergelijke Booij-connectie eigenlijk wel?

Nu heb ik in dit voorbeeld aanleg bewust verengd tot kleine artistieke talenten en uiteindelijk tot de hang naar schrijven. Kijk ik naar mezelf, dan moet ik het misschien toch wat breder zien, dat deze aanleg tot een bepaalde manier van omgaan met de wereld leidt (ach, hoe zalvend, hoe bevindelijk). De aanleg uit zich al naar gelang de tijd en de omstandigheden op verschillende manieren en hij is er of is er niet. Zo lijkt mijn dochter helemaal niet belast te zijn met genoemde omgang met de wereld, terwijl mijn zoon, vermoed ik, zelfs veel meer van de Booij-kant meegekregen dan mij lief is. In ieder geval ook de aanleg voor taal. Wat hij daar wellicht mee gedaan zou hebben zal voor altijd een raadsel blijven.

Anders dan bij uiterlijk heeft een speurtocht naar erfelijke achtergronden van aard en aanleg te maken met verborgen innerlijkheden. Wanneer daar geen concrete uitdrukking aan gegeven wordt en er geen bekentenissen bewaard zijn gebleven, blijft het gissen. En subjectief is het natuurlijk altijd. Wel is, zoals ik zei, deze aanleg hier uitgelicht en is aard in werkelijkheid een complex geheel en is er een subtiel samenspel met de omgeving en dat was natuurlijk ook bij mijn ouders en grootouders het geval. Al na grootvader Jan Booij lijkt mijn spoor te verdwijnen in de schemer van het verleden. Maar in tegenstelling tot wat ik eerder dacht, drong langzaamaan bij mij door dat ik voor verklaring en begrip van deze kant van mijn aard ook niet verder in de tijd terug hoefde.

Iets anders is de frappante overeenkomst in de omgang met het thema Israël bij de toch nauwelijks verwant te noemen broers J. en S. Booij en mijn moeder. In mijn familie Booij komt die aandacht van mijn grootvader Jan, die bij allerlei evangelisch-orthodoxe groepen in de Colonie rondzwierf en daar, ik denk vooral gestuurd door het blad Het Zoeklicht van Johannes de Heer, zijn visie op Israël en eindtijd ontwikkelde 14). Maar genoemde broers lijken een heel andere kerkelijk-orthodoxe achtergrond te hebben. Toevallig is dat dezelfde als die van mijn familie van vaderskant en wel de Christelijke-Gereformeerde Kerk. Het is ook het kerkgenootschap – in de Colonie vroeger wel ‘het klompenkerkje’ genoemd – waar mijn ouders lid van waren en waar ik in mijn jeugd naar de kerk ging. Een buitengewone Israël – gevoeligheid was daar zover ik me herinner niet aanwezig. Toch is het zo dat men binnen de  Nederlandse protestantse orthodoxie in het algemeen Israël-minded is. Dat is alleen al niet vreemd als je dagelijks geconfronteerd wordt met de Palestijnse mythologie. In de zeventiende eeuw dachten velen in de Republiek dat men de opvolger van het volk Israël vormde in een nieuw Kanaän. Veel orthodoxen zijn dat lang blijven denken. Kanaän, de naam die het latere Palestina in de oudheid droeg, kan je zelfs vertalen als Laagland of Nederland 15) Maar vooral via mijn moeder heb ik dus een speciale tik van een wiek van deze tot voor kort nog op volle kracht draaiende orthodoxe molen meegekregen.

Zo ben ik dan eindelijk bij mijn achtergrond, mijn milieu, aangeland. Bij mentaliteit en ideeën, zaken die ik niet erfelijk, maar via mijn opvoeding en mijn omgeving meekreeg. Hoewel ik die nog even minder bepalend acht dan de genetische erfenis, hebben ze toch ook een blijvende invloed op mijn omgang met de wereld gehad. De nabije omgeving van mijn jeugd was voor mij het gezin van mijn ouders en mijn twee jongere zussen in de jaren 1950 en 1960, in de Colonie overgangsjaren voorafgaand aan de grote omwenteling van de jaren 1970 die daar ook de definitieve de-kolonalisatie met zich meebracht. Sociaal behoorden wij tot de arbeidersstand en in godsdienst waren we orthodox-protestant en  kerkelijk. Dit laatste gaf weer een, achteraf zeker, belangrijk onderscheid binnen onze stand; kerkelijkheid betekende nette arbeidersstand. We woonden in een vlak na de oorlog gebouwde wijk van de hoofdplaats van de Colonie, een expanderende provincieplaats in een achterafprovincie, voorheen wel Pannekoekstad genoemd. Het keuterbestaan op het platteland van de Colonie was nog heel dichtbij, letterlijk om de hoek.

Mijn moeder bracht een evangelisch-bevindelijke orthodoxie binnen het gezin, die ik wel wit pleeg te noemen. Een stijvere, kerkelijke bevindelijkheid, de zwarte orthodoxie dus, kwam van mijn vaders kant 16). Soberheid werd afgedwongen door de inhoud van het zaterdagse loonzakje, maar ging, meen ik nu, samen met een diep in deze geloofsrichtingen en het dagelijks bestaan van generaties van schippers en kleine veen- en waterboeren geankerde oude mentaliteit van afzijdigheid van de wereld. Van de wereld buiten de kleine familiekring, maar ook van wat het wereldse genoemd werd. Er heerste dus een anti-materialistische geest terwijl er tegelijkertijd, omdat er een tekort aan was, op een bepaalde manier veel over geld en materie gepraat werd. Hoewel ook bij deze achtergrond de informatie over en uit de familie slechts uit de generaties van mijn ouders en grootouders stamt, is er op andere wijze toch meer dimensie. Alleen al via de eerder genoemde algemene gegevens uit de kwartierstaat kon ik aansluiten bij wat bekend is over het schippers-, arbeiders- en keuterbestaan in de Colonie tot ver in de tijd terug, materie waarmee ik me al op allerlei manieren bezig hield. Overigens doe ik met de zojuist gegeven wel heel beperkte schets van mijn jeugd mijn ouders tekort. Ik hoop dat nog goed te maken.

Intussen werd ik me, langzaam vorderend met mijn voorouderonderzoek en er over nadenkend, vooral in het licht van wat ik net naar voren bracht,  meer en meer bewust van een aantal heel merkwaardige kanten van dit soort speurwerk. Zo is de grondgedachte van alle vooroudervorsing natuurlijk dat de onderzoeker ook werkelijk afstamt van de door hem gevonden en in de kwartierstaat opgevoerde voorouders, dat er een biologische band, ouderwets gezegd, een bloedband is. In mijn geval, ik kom heus nog bij hen terecht, gaat het om honderden gevonden Colonievoorouders in 11 generaties. Maar het gekke is nu dat ik daar geen zekerheid over heb en die nooit zal krijgen, omdat ik zoals ik eerder opmerkte, te maken heb met wettelijke afstamming, met mensen die officieel, dus volgens de Burgerlijke Stand en in de kerkboeken van voor 1811, van elkaar afstammen. Wie er met wie in de Colonie in de loop van de eeuwen al dan niet geheime lichamelijke betrekkingen onderhield en welke kinderen daar uit zijn voortgekomen, weet ik niet. Al zou maar een klein percentage van de kinderen een andere vader hebben dan de wettige of geregistreerde, dan stelt dit genealogisch onderzoek en zeker het maken van een kwartierstaat in een heel ander daglicht 17). En je hoort hier maar zelden iemand over. Wanneer je grootmoeder de dochter is van de buurman van je overgrootmoeder of van haar voormalige verloofde, dan zijn er al snel tientallen van je voorouders in de kwartierstaat helemaal geen voorouders, maar wildvreemden. Nou ja, wildvreemden? In mijn geval waarschijnlijk ook achttiende – eeuwse schippers en turfgravers, ik kom daar op terug.

Alsof dat al niet erg genoeg was, hoe dieper ik doordrong in de generaties, hoe meer ik me bewust werd van een ander probleem en dat is de kans op fouten. Fouten gemaakt door mezelf of door andere vorsers waarvan ik gegevens overnam. En fouten gemaakt door de oorspronkelijke registratoren, ambtenaren en predikanten. Zo zijn bijvoorbeeld in de achttiende- en de zeventiende-eeuwse kerkregisters van de Colonie gegevens soms nauwelijks te lezen, is naamsverwarring daar door het veel voorkomen van dezelfde namen af en toe lang niet denkbeeldig en bestaan er van sommige registers alleen nog kopieën. Ook uit publicaties of van elders overgenomen gegevens kunnen onbetrouwbaar zijn. Sommige vooroudervorsers blijken vreemd met hun materiaal om te gaan, vooral als het gaat om onderzoek in perioden waar de bronnen gebrekkig zijn. Tegenwoordig gaan die gegevens ook nog ongecontroleerd via het internet de wereld in om zich vervolgens in razend tempo te vermenigvuldigen. Ik zou daar rare voorbeelden van kunnen geven. Ik heb wel veel, maar toch niet alles kunnen en willen controleren. Dat de gevolgen hier eveneens desastreus kunnen zijn is duidelijk. Een enkele verkeerde naam en er tuimelen zo tientallen of zelfs honderden ‘echte’ voorouders uit je voorouderpiramide en stommelen er, zonder dat je er weet van hebt, een massa ‘onechte’ voorouders op hun plaats.

Van mijn eerste beweegredenen voor het onderzoek naar mijn voorouders zijn het verlangen naar opkomende sensaties van rust, zonnige kalmte en afstand en de drang om steeds een nieuw stukje aan de puzzel te leggen gebleven. Het idee dat ik mijn voorouders tot ver in de tijd terug zou kunnen leren kennen uit slechts kale gegevens bleek al snel ijdel en nogal naïef. Zo kwam ik bij mijn pogingen in mijn voorouderonderzoek bevestiging te vinden voor mijn vermeende artistieke geaardheid, belangrijk in het door mij ontworpen zelfbeeld, niet verder dan de mij al bekende en bij het ontwerpen van dat beeld gebruikte gegevens. Mijn wijze van omgang met de wereld voortkomend uit sociale overdracht leek in eerste instantie veel meer dimensie te hebben en zich tot in een grijs verleden uit te strekken. Maar de algemene en bijzondere problemen van mijn kwartierstaat zetten deze principiële mogelijkheid toch in een wat ander licht. Sprekend over ‘ werkelijke voorouders’,  krijgt die dimensie zeker wat betreft de oudere generaties onontkoombaar een fictionele kant. Uitweg verschaft hier, gezien mijn buitengewoon vele voorouders in de Colonie en mijn beperking tot hen, de bestudering van het leven van de Coloniers in het algemeen.

Onderhand was ik tot het inzicht gekomen dat enkel de uitkomsten van welke analyse van mijn fysieke- en sociale achtergronden dan ook – als op des psychiaters divan – niet afdoende soelaas konden bieden voor mijn worsteling met mijn tweezijdigheid, voor de benauwdheid waarin mijn artistieke ziel blijkbaar bleef verkeren. Alleen een daadwerkelijke keuze kon mogelijk die uitkomst brengen. En dat zou de keuze voor schrijven en daarbinnen voor meer subjectiviteit en vrijheid kunnen zijn. Dit sloot wonderwel aan bij de inmiddels verworven visie op de ware aard en problematiek van de kwartierstaat. Want die is natuurlijk wezenlijk subjectief, is een verbeelde piramidale constructie die alleen maar bestaat vanuit het perspectief van de nr. 1 van die staat en dient geen enkel historisch belang. Zo is kwartierenonderzoek  maatschappelijk onnuttig, zinloos en dient slechts ter vermaak – bijvoorbeeld als een vorm van kunst of als detectivespel. En dat is ook wel mooi.

1. Hans Jacob Christoph von Grimmelshausen, De avonturen van Simplicissimus, Baarn 1991, p.17
2. Zie D. Draaisma, Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt, Historische Uitgeverij, Groningen, 2001.
3. Zie voor huidige stand van zaken nature versus nurture en o.a. visies op neurale netwerken; het internet. Voor de volgende alinea’s is o.a. gebruik gemaakt van: H. Galjaard, Alle mensen zijn ongelijk. De verschillen en overeenkomsten tussen mensen: hun erfelijke aanleg, geaardheid, gedrag en prestaties, Amsterdam, 1994 en R.C. Lewontin, Menselijke verscheidenheid. Het spel van erfelijkheid, milieu en toeval, Maastricht/Brussel, 1985.
4) Zie in hoofdmenu onder Voorouders, Eenzame Hoogte de foto van Roelof Botter.
5. J.H. van Bemmelen, Afstemming en erfelijkheid en de kwartierstaat, 1940.
6. Mijn Pannekoekkwartieren, de nr’s. 12 en 13. Zie ook hoofdmenu onder Fragmenten en Foto’s.
7. J. Booij, De Verlossing, 2000.
8. De lange tijd vroegst bekende Booij werd ook als Boye Leeuwes geregistreerd, zie in hoofdmenu onder Filosoof Curriculum Vitae  Pannekoek. Voor de verloren stammen van Israël het Internet.
9. Zie bijvoorbeeld ook Maarten t’ Hart, Het roer kan nog zesmaal om, 1984, p. 11 over versleuteling.
10. Hendrik Booij, Herinneringen van een veenarbeider.
11. Thijs Booij, zie Wikipedia.
12. Hans de Booij, De dromer van Santiago de Cuba, 1999
13. Zie hoofdmenu weblog Pannekoekse Berichten, berichten 5 en 2 augustus 2010 en Mijn Pannekoekkwartieren, nr. 194.
14. Idem, berichten 7 juni 2010 en Hoorngeschal/Sion (publicatie juli 2021).
15. Zie Maarten t´ Hart, Het roer kan nog zesmaal om, p.  , Lisette Lewin, Voorjaar in Jeruzalem, Amsterdam, 1996 p. 240 en Simon Schama, Overvloed en onbehagen, De Nederlandse cultuur in de Gouden eeuw, Amsterdam 1988, hoofdstuk II. Voor andere interpretaties, zie Wikipedia.
16. Op de huwelijksfoto’s van mijn ouders J. Nijstad en J.Booij uit 1951 is de familie Booij in lichte en de familie Nijstad in zwarte kleding te zien.
17. Laatste stand van onderzoek lijkt op een kleiner percentage (1-2 procent) te wijzen dan eerder wel gedacht, maar toch. Zie Wikipedia, Koekoekskinderen.

4) PANNEKOEKKWARTIEREN

(in bewerking)

Kwartierstaten van Fritser Nijstad (nr. 4), Margje Botter (nr. 5), Jan Booij (nr.6) en Grietje Metselaar (nr.7).

*Extra informatie over de kwartierstaatnummers met ster volgt.

Generatie I

Filosoof van Pannekoekstad/Fritser Nijstad

Generatie II

2 Jan Nijstad, 21 mei 1924 Siberie, 30 jan. 2012, tr. 9 juni 1951,
3 Jacoba Booij, 30 jan. 1929 Haagje.

Generatie III

4 *Fritser Nijstad, 9 aug.1884 Noord – 11 dec. 1974 Bethesda, tr. 18 sept. 1915,
5 *Margje Botter, 25 sept. 1889 Tiendeveen – 5 sept. 1967 Pesserdijk.

6 *Jan Booij, 21 sept. 1901 H.Veld – 20 sept. 1974 Bethesda, tr. 18 aug.1923 (1e)
7 *Grietje Metselaar, 6 febr. 1903 Noord – 9 dec. 1933 Krakeel (30 jaar).

Generatie IV

8 *Egbert Nijstad, 15 dec. 1857 Achterom – 27 mrt. 1941 Pesserdijk, tr. 5 mei 1883 (1e),
9 Hendrikje Dekker, 24 jan. 1857 Krakeel – 6 mei 1886 Achterom (29 jaar).

10 *Roelof Botter, 30 jan. 1854 Alteveer – 21 april 1938 Achteromse Dijk, tr. 1 mei 1879 (1e),
11 Margje Kuik, 5 mei 1853 Noord – 15 jan. 1900 Tiendeveen (46 jaar).

12 *Arend Booij, 16 sept. 1868 Hardenberg – 5 juli 1936 H.Veld, tr. 29 april 1893,
13 *Aaltje Booij, 9 mei 1872 aan boord (Meppel) – 15 mrt 1944 H.Veld.

14 *Jacob Metselaar, 13 mei 1861 H.Veld – 5 aug. 1940 Krommejakken/ N.Schut, tr.18 april 1896 (3e)
15 *Geesje Slomp, 28 jan. 1870 H.Veld – 1 juli 1958 Oude Wijk/N.Schut.

Generatie V

16 Fritser Nijstad, 30 nov. 1824 Noord – 2 febr. 1898 Achterom, tr. 12 april 1851,
17 Wilhelmina Eshuis, 10 jan. 1825 Achterom – 21 mrt 1908 Tiendeveen.
18 Egbert Dekker, 16 sept. 1828 Krakeel – 9 dec. 1890 Krakeel, tr. 23 dec. 1854 (2e),
19 Jantje de Graaf, 15 jan. 1831 Krakeel – 8 juli 1910 Krakeel.

20 Jan Harms Botter, 12 juli 1816 Slood – 8 juli 1870 Alteveer, tr. 20 mei 1837,
21 Berendje van den Hof, 8 juli 1817 Nijeveen – 16 april 1887 Alteveer.
22 Jan Hendriks Kuik, 9 febr. 1825 Beilen – 12 nov. 1878 Noord, tr.10 juli 1852,
23 Hendrikje Bolk, 2 nov. 1819 De Huizen Hoogeveen – 13 dec. 1894 De Huizen.

24 *Jacob Booij, 3 juni 1842 H.Veld – 29 jan. 1908 Nieuweroord, tr. 8 juli 1865,
25 *Geesje Schonewille, 12 febr. 1836 H.Veld – 27 mei 1892 H.Veld.
26 *Klaas Booij, 17 sept 1844 Krakeel– 13 dec. 1893 Zuidwolde/ aangifte Hoogeveen, tr. 19 febr. 1870,
27 *Metje Hartman, 2 nov. 1843 H.Veld – 21 okt. 1921(1e).

28 Albert Metselaar, 18 jan. 1817 H.Veld – 21 jan. 1891 H.Veld, tr.5 mei 1841,
29 Jantien van der Weide, 30 jan. 1819 H.Veld – 27 mei 1875 H.Veld.
30 Harm Slomp, 26 mrt 1843 – 10 febr.1914 Nieuweroord, tr.7 mei 1864,
31 Bertje van der Meer, 29 jan. 1843 Giethoorn – 3 dec.1918 Nieuweroord.

Generatie VI

32 Egbert Jans Nijstad, 13 mrt 1768 Noordsche Opgaande – 19 aug.1842 Noord, tr.10 juni 1820,
33 Annechien Fristers Okken, 30 sept-okt. 1790 – 9 nov. 1862 Armwerkhuis.
34 Jan Eshuis, 16 jan. 1793 – 4 febr. 1833 Achterom, tr. 2/8 aug. 1817,
35 Jantien Lucas Boer, 20 april 1794 – 19 aug. 1847 Achterom.
36 Jan Klaas Dekker, 22 mrt 1778 – 14 jan. 1854 Krakeel, tr.24 mei 1812, Volkstelling 1829 Krakeel 853.
37 Hillegien Egberts Pol, 1789 Borger, 1 mei 1866 Krakeel.
38 Koert de Graaf, 31 jan. 1796 – 28 mei 1856 Krakeel, tr. 5 dec. 1821,
39 Hendrikje Jans Booij, 8 sept. 1799 – 24 dec. 1846 Krakeel.

40 Harm Jans Botter 11 nov. 1787 – 14 febr.1865 Alteveer, tr.5 mei 1811,
41 Margje Hendriks Kat, 18 jan. 1784 – 28 aug. 1858 Alteveer.
42 Jan van den Hof (Scotteldoek), 1782 Kolderveen – 6 dec. 1843 Alteveer, tr. 19 sept. 1816 Nijeveen,
43 Maria Anderies Smit, 1790 Heemze – 2 jan. 1840 Paardelanden/Zuidwolde.
46 Gerrit Bolk, 26 febr. 1786 Almelo – 22 jan. 1852 Noord, tr.9 mei 1817,
47 Marchien Eshuis, 26 febr. 1797 – 12 jan. 1850 Noord.

48 *Hendrik Jans Booij, 19 juni 1811 – 15 aug. 1876 H.Veld, tr. 16 mei 1835,
49 Aleida Jacobs Tichelaar, 3 nov. 1813 – 26 jan. 1889.
50 *Jan Arents Schonewille, 19 jan 1783 – 4 juli 1851 H.Veld, tr. 31 mei 1828 (2e),
51 Zwaantje Braker/Stegink, 30 sept. 1801 Emlenkamp Bentheim – 17-12-1840 H.veld 172.
52 *Johannes Booij, 18 oct. 1822 Krakeel C. 860 – 6 mrt. 1915 Grote Kerkstraat/Huizen A48 tr. 27
april 1842 (1e),
53 Klaasje Dekker, 17 dec. 1818 Slood B 270- 28 jan. 1860 Krakeel.
54 Lambert Hartman, 2 dec. 1815 – 28 sept. 1847 scheepsboord Leek, tr. 30 maart 1843,
55 Aaltje Hendriks Boer, 17 sept. 1822 – 20 nov. 1887 H.Veld.

56 *Jan Alberts Metselaar, 15 juni 1788 – 5 nov. 1848 H.Veld, tr. 23 maart 1816,
57 *Grietien Jacobs Kat, 11 juli 1790 – 30 nov. 1853 H.Veld.
58 Arend Egberts van der Weide, 27 maart 1791 – 30 sept. 1851 H.Veld, tr. 7 juli 1818,
59 *Margien Geerts Oelen, 12 febr. 1792 – 9 febr. 1834.
60 Lambert Slomp, 8 aug. 1819 – 5 april 1888 Tiendeveen, tr. 18 maart 1840,
61 Grietje Zwiers, 7 oct. 1818 – 25 oktober 1882 Tiendeveen.
62 Wolter Bertels van der Meer,Giethoorn, 3 febr. 1810 – Krakeel 7 aug. 1869.
63 Geesje Klazen Gort, 19 apr. 1814 Lemsterland-14 dec. 1890 H.veld.

Generatie VII

Nijstad VII
64 Jan Egberts Nijstad, ong. 1728 Nije-Statt/Zuidwolde – 8/10 mrt. 1813 Noord, tr.,
65 Lammigje Albers (Boer), 1738 Zuidwolde – 11 mrt. 1818 Noord.
66 Frister Okken, 3 juni 1759 – 8/11 mei 1819 Achterom, tr. 18 juni 1779,
67 Margaretha Jans, 21 okt. 1753 – 17 mei 1800.
68 Jan Eshuis, 18 mrt. 1770 – voor 1808, tr. voor 1802, tr.,
69 Hendrikje Reinders (Kleyne), 18 nov. 1770 – 4 apr. 1837.
70 *Lucas Berends Boer, 20 mrt. 1757 – 27 dec. 1808 Pesserdijk, tr.,
71 Willempje Jans Prijs(Wijben), 1 mei 1763 – 31 dec. 1834 Ruinen.
72 *Klaas Klaas Dekker, 10 mrt 1748 Koekange (De Wijk) – 31 juli 1818, tr. 14 nov. 1773 Ruinerwold,
73 Lammegien Jans Kremers, ong. 1748 Ruinerwold– 29 aug. 1811. Klaas tr. 2 nr. 106.
76 Jan Coerts de Graaf, 9 nov. 1755 – 7 juni 1797, tr.,
77 Annegien Gerrits Huisjes, 15 febr. 1756 – 12 juni 1828 Krakeel.
78 Jan Hendriks Booij, 14 sept. 1777 schipper/landbouwer – 20 okt. 1858 Noord C229, tr.,
79 Liebegien (Elizabeth)Alberts Klinkien, 17 sept.1775, – 18 sept. 1812 H.Veld.

Botter VII

80 Jan Klaas Botter, 24 jan /nov.? 1751 – 16-aug. 1808, tr.,
81 *Margje Harms Koster, 25/26 dec. 1751 Joure/Elburg – 31 jan. 1835 Slood, B 354.
82 Hendrik Alberts Kat (Kater, Kath, Kats), 1 nov. 1744 – 7 juni. 1833 H.veld A111, tr. 2,
83 *Hilligje Jans Schonewille, 16 okt. 1757 – 1 sept. 1832 H.Veld. 84-93
94 Jan Eshuis, zie 68.
95 Hendrikje Reinders (Kleyne), zie 69.

Booij VII

96 Jan Jans Booij, 26 sept. 1784 – 11 juni 1820 A74, tr. 21 febr. 1808,
97 Aaltje Hendriks Thalen, 9 jan. 1785 – 25 apr. 1857 H.Veld
98 *Jacob Hilberts Tichelaar, 25 okt. 1778 – 9 aug. 1833 Zwartsluis aan boord, tr. 25 sept. 1808,
99 Margrieta Salomons, 12 apr. 1789 – 21 mrt. 1869 H.Veld.
100 *Arent Jans Schonewille, 17 jan. 1751 – 26 juni 1819 A187, tr. 2 mei 1773,
101 Beekje Alberts Kat, 8 nov. 1750 – 16 mei 1794/95.
104 *Johannes Jans Booij, 22 mei 1800 – 28 aug. 1878 Krakeel, tr.1,13 mei 1821, tr.2 zus Jantje M.
105 *Annigje Jans Moes/Botter, 1 juni 1800 – 24 juli 1825?
106 Klaas Klaas dekker, zie 72, tr. 2/12 aug. 1814,
107 Trijntje Schaap, 24 nov. 1782 – 11 sept. 1854 Krakeel. Vt 1829 Slood 271.
108 Jan Lamberts Hartman, 30 jan. 1785 – 14 mei 1853 H.Veld, tr. 26 dec. 1806, Hreg.1812 A104.
109 Metje Arends (Kuipers) Winkel, 9 dec. 1787 – 11 jan 1881 Krakeel.
110 Hendrik Berends Boer(tien), 17 aug. 1800 – 13 mei 1868 H.Veld A131, tr. 14-10-1821
111 Jacoba Bloemberg, 9 nov. 1800 – 27 okt. 1879 (9-1-1879/1870?) H.Veld.

Metselaar VII

112 *Albert Jans Metselaar (Botties) 24 juni 1759 – 8 juli 1825 H.Veld A153, tr.,
113 Trijntje Emmerink, 4 sept. 1763 – 18 dec. 1840 Armwerkhuis C814 Kleine Kerksteeg.
114 *Jacob Jacobs Kat (de Olde), 19 apr. 1761 – 6 dec. 1840 H.Veld A186. tr. voor 1790
115 Trientien Roelofs (Schonewille)Oelen, 12 nov. 1758 – 7 febr. 1804
116 Egbert Willems van der Weide, 25 jan. 1761 – 27 mrt. 1837 H.Veld, tr.,
117 Geesje Christiaans Schonewille (Krije?), 23 juni 1765 – 22 jan. 1834 H.Veld.
118 *Geert Stoffers Oelen (Schonewille) , 4 dec. 1757 – 3 jan. 1817, tr.,
119 *Jantien Seinen(Schonewille), 11 apr. 1756 – 26 febr. 1836 H.Veld.
120 Lambert Tjeerts Slomp, 14 nov. 1779 Zuidwolde – 20 oct. 1853 H.Veld, tr. 10 mei 1807,
121 Trijntje Geerts Zwiers, 17 dec. 1780 – 7 juni 1852 Krakeel Hgv..
122 Harm Geerts Zwiers (Pander?), 20 febr. 1774 – 21 juni 1836 Krakeel C845, tr.,
123 Grietien Jans Dekker, 1783 Zuidwolde – 7 mei 1858 Krakeel.

Generatie VIII

Nijstad VIII

128 (*Egbert Reynders (van de Nije-Statt), ong. 1700 Ruinen/Echten? – ong. 1740 Nije-Statt, tr.,
129 *Trijntje Jans, ong. 1700 Zuidwolde – 1735 Nije-Statt ).
130
131
132 Ocke/Okke Jacobs (Lap), 12 mrt. 1730? – 30 juni 1777, tr.,
133 Roelofje Vristers, 3 febr. 1723 – 1 sept. 1775.
134 Jan Lefferts Swart, 29 dec 1720 – 8 juni 1787, tr.,
135 Grietje Pieters, 16 okt. 1718 – voor 1790.
136 Jannes Eshuis, Wierden, tr.,
137 Margje Bartelds Botter, 18 sept. 1729 – 1818
138 Reynder Klaassen Kleyne, 29 sept. 1743 – 23 juli 1807, tr. ong. 1755,
139 Arentje/ Adriaantje Hendriks Boer, 1753-1792.
140 Berend Jans Boer, 26 dec. 1716 – 9 sept. 1786 Achterom, tr.ca 1726,
141 Jantje Lucas Huysinghe, 18 sept. 1735 – 23 jan. 1801
142 *Jan Prijs Wijben/ Brandsma, aug. 1706- 12 nov.1774 tr.2 1761/62,
143 Femmigje Harms, 1736?-5/9-febr. 1810.
146 Jan Jans Kremer, 1797/98 inwonend bij dochter Lammegien, 80 jaar.
152 Coert Jurjens/Jurgens de Graaff, febr. 1720/25 Bentheim – 29 sept.1788, tr.,
153 Geesje Jans Hap (Smit), 28 juli 1726-11 dec. 1809
154 *Gerrit Huisjes, 9 apr. 1730- 17 dec. 1802 tr. ca. 1755,
155 Aaltje Jans Bruins ca. 1732-28 febr. 1811
156 Hendrik Harms Booij, 20 aug 1747 – 13/17 jan. 1807, tr., voor 1773,
157 Trijntje Jans Tijlbaardt (Sour), 17 sept. 1747 – voor 1803.
158 *Albert Jans Klinkien, 2 oktober 1737 – 12 nov. 1817 Holl. Veld, 1774-1812 H. Rot, tr.,
159 Trientien Arends Westerman( Schonewille), 15 sept. 1743 – 5 juni 1818.

Botter VIII

160 *Klaas Jans Botter 29 aug. 1713- 26 mrt. 1796, tr.(2),
161 Annigje Egberts (Minnekens), ca. 1716 Koekange – 3 dec. 1760.
162 Harm Jacobs Koster, 6 apr. 1718- voor 1780.
163 *Maritjen Reyners (Margje Reyers) 9-juni 1718 Oldebroek- 1764/1766
164 Albert Hendriks Kat, 2 dec. 1716 – 9 apr. 1760, tr. (2),
165 *Annechien Lamberts Dodevis, 15 oct. 1719 – 28 febr. 1772, tr. 2 Arend Alb. Schonewille.
166 *Jan Arends Schonewille 27 jan. 1719 – 22 febr. 1774, tr.,
167 Margien Simons SoeteBotter, 30 juli 1724 – 10 nov. 1757.
188 Jannes Eshuis, zie 136
189 Margje Bartelds Botter, zie 137
190 Reynder Klaas, zie 138
191 Arentje Hendriks, zie 139

Booij VIII

192 Jan Geerts Booij, 21 aug 1757 – 4 juli 1797, tr. ong. 1781,
193 Jantje Jans Pieters (Yken, Nijken, Schonewille), 6 jan. 1760 – 15 apr. 1809
194 *Hendrik Thijs Thalen, 12 oct 1755 – 6 febr. 1830 Armwerkhuis, tr. 2,
195 *Elsjen Roelofs Dodevis, 29 sept 1743 – 15 juli 1806.
196 *Hilbert Hendriks Tichelaar, doop 7 nov. 1745 – 20 sept. 1795, tr. 2 16 apr.1775,
197 Jacoba Harms Wesselingh, 19 mrt. 1741- 27 dec. 1823 H.Veld.
198 Salomon Arends (Salomons) 7 dec. 1755 – 24 oct. 1829 H.Veld, tr.1788,
199 Aaltje Stoffers Schonewille, 9 mrt. 1766 – 23 febr. 1844 H.Veld (1830 H.Veld 147 weduwe)
200 Jan Arends Schonewille, zie 166
201 Margien Simons Soetebotter, zie 167
202 Albert Hendriks Kat, zie 164
203 Annegien Lamberts Dodevis, zie 165
208 *Jannes Jans Booij, 29 juni 1749 – 30 nov. 1799, tr.,
209 Liebigje (Elizabeth) Seynen, 2 apr. 1758 – 17 sept. 1837 H.Veld( 1830 A148)
210 Jan Gosens Moes/Botter, 21 dec. 1766 – 8 aug. 1856, 1807-1812 H.rot C254 en C285, tr.,

211 *Trijntje Andries Veltman, 29 mei 1768 – 25 aug. 1837 H.Veld./Krakeel)
214 Jacob Jans Schaap, 22 mei 1757 Hgv.- 11 febr. 1799 Hgv. tr.,
215 Jentje Jans Geusinge, 3 april 1757 gedoopt als Jantje Harms Geusinge216 Lambert Lamberts Hartman, 1 mrt. 1744 – 2 jan. 1803, 1784- 1807 schipper H.rot, tr.,
217 Pietertje Jurjens Bakmeijer/Poepe, 20 mrt. 1746 – 26 mei 1820 H.Veld.
218 Arend Jans Hartman/Winkel of A.Kuper Winkel, 20 mrt. 1757 – 29 apr. 1808, tr.,
219 Niessien Arends Smedingh, 17 nov. 1765 – 10 nov. 1851 H.Veld.
220 Berend Hendriks Boer, 22 febr. 1767 – 18 aug.1841 H.Veld, tr.,
221 Aaltje Berends Vos, ged. 24 jan. 1768 – 28 mei 1842 H.Veld.
222 Jan Hendriks Bloemberg, doop 22 mrt.1767 – 20 dec. 1845 Avereest, tr.,
223 Margie Geerts Capteyn, 9 jan. 1780 – 1855.

Metselaar VIII

224 *Jan Alberts Metselaar (Botties), 24 mrt. 1734 – 27 nov. 1786, tr.,
225 Adriaantje Hendriks Stoter 1734 – 29 jan. 1790.
226 Emmerink Pieters, Haalweide/De Wijk, tr.(2) de wed. Berend Gerrits Boerigter;
227 Klaasje Jacobs Botter, 22 oct.1724 – 1762 Hgv.
228 *Jacob Hendriks Kats, 8 dec. 1726 – 20 febr. 1761, tr.,
229 Annigje Jans Schonewille, 15 juni 1732 – 16 febr. 1796.
230 *Roelof Jans (Schonewille) Oelen, 7 oct. 1714 – 3 okt. 1808, tr.1,
231 Grietje Wolters (Rotten?), 30 jan 1716 – 1780.
232 *Willem (Derks) Weydeman/van der Weide, dec. 1703 – 26 juni 1765 Nrot Soopjes, tr.,
233 *Aaltje Pieters van den Berg (Bloemberg?) 22 aug. 1717- 25 nov. 1795.
234 *Christiaan Alberts Schonewille , 27 mrt. 1740 – ca. 1800, tr.,
235 *Annigje Reynts Smit, 21 mei 1741 – 2 febr. 1816 Armwerkhuis (74 jaar).
236 *Stoffer Geerts Oelen/Schonewille, 4 juli 1734 – 7 mei 1810, tr.,
237 *Anna Maria Caspers Blokzijl, 17 aug. 1732 – 11 apr. 1813 Hgv. Kleine Kerksteeg.
238 Seyne/Seine Goossens, ged. 6 apr. 1722 – 22 okt. 1811, tr.1743,
239 Wichtertien Arends Schonewille, ged. 21 febr. 1723 – 24/27 jan. 1769.
240 Tjeert Jans (Slomp), 8 mrt 1745 Dinxterveen – 21 aug. 1830 (VT 1829,nr 856, 84 jaar), tr.,
241 Aaltje Hannes/Hans ca. 1751 Avereest- 3 juni 1820 Noord.
242 Geert Jans Zwiers, 7 mrt. 1745 – 19 juli 1806, tr.,
243 *Trijntje Harms Schonewille/Lunenborg, 19 jan. 1744 – 12 juli 1821 Krakeel.
244 Geert Jans Zwiers, zie 242

245 Trijntje Harms Schonewille, zie 243

Generatie IX

Nijstad IX

258 *Jan (Alberts)(Timmerman)(Hartman)?
264 *Jacob Hendriks Lap/Lappie, ca. 1700 – begr.22 okt. 1761, tr. ca. 1718,
265 Reyngie Jans.
266 *Wrister(Vristen, Vrister, Writser) Derks (Vos), 1690 Warffum, 8 sept. 1768, tr. 1712,
267 Maria Klaas, 1695- ?
268 Leffert Jans Swart, ca. 1695, tr.,
269 Albertje/ Harmtien Alberts, geb. ?- overl. 1729.
270 Pieter Koerts, tr.,
271 Hendrikje Roelofs.
274 Barteld Willems Botter, 1689 – 15 mei 1753, tr. ca. 1715?,
275 Grietien Harmens Koster, 1690/91-na 1754, zie Hrdstd.reg 1754.
276 Klaas Reinders Kleine (Cleyne)(de Weerd), 1717-1786, tr. (1) 5 jan. 1743
277 Hendrikje Hendriks Muis/Moes, ca. 1717- 1799.
278 Hendrik Jans Boer, 1723-1786,
279 Susanna Geugies Lunenborg, 1732-1776.
280 Jan Hendriks Boer (Bij Nagten) ca. 1700-voor 1742, tr.,
281 Albertje Berends, ?– begr. 31 mei 1763?
284 Wijte Annes Brandsma, ca. 1665?
285 Geesje Jacobs?
306 Jan Reijnts Smit/Hap , ong. 1694/1700 – 4 apr. 1756, 1723-33 Nrot, 1756 huis wed. Jan Hap 3 vak
, x 9 voet, tr. 5 febr. 1718 Ruinen/E.Hgv,
307 Annechien Aalders, 1696 – 8 apr. 1762, belijdenis 29 juni 1721 j.d.Pesservelt,
308 Jan Gerrits Huijsjes, geb. ? – 20/28 dec. 1763, tr. 1730,
309 Annechien Reynders/Reinders, 8 mei 1707 – begr. 22 mei 1784.
312 Harmen Hendriks Booij, 6 mei 1714 – 1791, tr. 1747,
313 Trientien Jacobs Koster, 6 okt. 1720 – 1807.
314 Jan Roelofs Tijlbaardt, 1714-1763, tr.,
315 Heiltje Hendriks Kamman, 1716-1803/1807.
316 *Jan Alberts Klinkien, aug. 1705 – 20 juni/juli 1777, Hrot 1764, tr.,
317 Aaltje Hendriks, 1 jan. 1707 – 25 nov. 1791 als wed. J.A. Klinkien.
318 *Arend Jans (Westerman of Jaye), doop 23 okt. 1707 – 1774/voor 7 april 1813, tr.,
319 Lijsbeth/Liebegie Jans Botter, doop 30 nov. 1710 – ?/voor 7 apr. 1813, dochter van 320/21.

Botter IX

320 *Jan Willems Botter, ca. 1682 – 14 aug. 1753, tr. 27 febr. 1707,
321 *Roelfien Klaas Hogtink, ca. 1685 – 1746
322 Egbert Jans van Spier, tr. jan 1690 (?),
323 Aaltien Coops Admiraal.
324 *Jacob Harms Kuster, 1689 – 2 jan. 1761, Hrdst.reg 1714 en 1754 Hrot, tr. voor 1714,
325 Aaltien Koerts (Winkel), lidmaat 25 sept. 1712 – begr.21 mei 1779.
328 Hendrik Alberts Kat (Kats,Kater, Katschijtte), 1690- ca.1730, 1717 Hrot, tr.,
329 Beekien Koerts Kattouw, 1690-1768.
330 *Lambert Roelofs Dodevis, 1690/1698 – 11 febr.1761, 1717 Hrot, tr.,
331 Elsje Hendriks Tigelaar, 1690/1698 Hgv- begr. 19 febr. 1761.
332 *Arent Harms Schonewille (Vos?), ong.1680/82 – 31 jan. 1753, 1707 Hrot (Krakeel), tr. 8 mrt.1705,
333 Hillegien Alberts, ca 1686 – 30 jan. 1753.
334 *Simon Wolters Soetebotter, 5 mrt. 1693 Swartsluis – 24 nov. 1759, tr. 2 mrt. 1710,
335 Jantien Koerts Winkel , ca. 1692 – 1755(?)
378 Barteld Willems Botter, zie 274.
379 Grietien Hermens Koster, zie 275
380 Klaas Reinders Kleine, zie 276
381 Hendrikje Hendriks Veuger, zie 277
382 Hendrik Jans Boer, zie 278
383 Susanne Geugies Lunenborg, zie 279

Booij IX

384 Geert Hendriks Booij, 14 apr. 1726 – 7 mrt. 1791 (?), tr. 1751,
385 Grietje Jans Koster, nov. 1731 – 10 febr. 1814.
386 Jan Pieters Schonewille, 1724-1784, tr.,
387 Hendrikje Arents (Nijken/Secuur), 1725?
388 *Matthijs/Thijs Jannes Thalen, 3 aug. 1721 – ca.1800, 1755-1798 Hrot, scheepstimmerman/
veneboer, tr.,
389 Annegien Hendriks Schonewille, 1 mei 1718 – 1779.
390 Roelof Lamberts Dodevis, 12 dec.1717 – na 1798/1805?, tr.,
391 Aaltien Reynders van Oosten, ged. 7 apr. 1720-1796.
392 Hendrik Hendriks Tijchelaar, ged. Aug. 1711 Begr. 23 okt. 1770, tr.,
393 Grietien Jacobs Bogaert, doop 25 dec. 1706 (kerst), begr. 25 mei 1762.
394 Harmen Weslingh/Wesseling, ca. 1660-1718 (Colonie ?)tr.,
395 Aaltien Pierters Doornink/ Doornik/ Doorlings (Colonie?).
396 *Arent Arents (Freriks) Salomons, 28 oct. 1728 – 3 febr. 1812, tr. voor 1755,
397 Grietje Fredriks (Kleyne), voor ca. 1735 – 29 dec. 1801.
398 Stoffer Harms Schonewille, 23 juni 1731 – 29 dec. 1774, tr.,
399 Aaltje Jans Smit/Hap, mrt. 1729 – 14 apr. 1795 (3x gehuwd).
400 Arent Harms Schonewille (Vos), zie 332
401 Hillegien Alberts, zie 333
402 Simon Wolters Soetebotter, zie 334
403 Jantien Koerts, zie 335
404 Hendrik Alberts Kat, zie 328

405 Beekien Koerts Kattouw, zie 329
406 Lambert Roelofs Dodevis, zie 330
407 Elsje Hendriks Tigelaar, zie 331
416 *Jan Hendriks Booij, 25 juli 1723 – 19 sept. 1787, tr.,
417 *Pietertjen Johannes Koops/Stoeten, 7 sept. 1721 – 1787/1810 (?).
418 Zeyne Goossens, 6 apr. 1722 – 22 oct. 1811, tr. 1743,
419 Wijchertien Arends Schonewille, 21 febr. 1723 – 24 jan. 1769.
420 Goossen Geerts /Moes/Botter, ged. 5 juni 1740 – begr. 30 nov. 1773, tr. ca. 1763,
421 Hendrikje Jans Botter, 24 mrt. 1734 – 15 aug. 1793.
422 *Andries Egberts Veltman, jan. 1732 – 15 aug. 1794, tr. (2),
423 Annigje Everts (Meinen/ten Kley/Bocking/Bucking), 25 sept. 1729 – 6 aug. 1812, Krakeel
C827.
428 Jan Jacobs Schaap, 1723-1811 (Colonie?)tr.,
429 Trijntje Roelofs (Coster/Koster)(Colonie?), 1725-1800

430 Jan Berents, tr.,
431 Jentjen Harms Geusinge, zie nr. 215.
432 *Lambert Lamberts Hartman (Kristoffels), 28 oct. 1714 – 15 mei 1788, tr.,
433 Aaltje Jans Troost, 14 mei 1722 – 19 dec. 1763.
434 Jurjen Jansz Bakmeijer (Poep), ca. 1704 – 30 juni 1779 tr.,
435 Niesjen Jans (Strijker ten Hoorn), ca.1706- begr. 17 mrt 1761.
436 Jan Koerts Winkel (of Kupers Winkel), 18 jan. 1733 – 27 mei 1774, tr.,
437 *Mettien Arends Hartman, 12 juni 1735 – 27 juli 1818.
438 Arend Harms Smeding, 6 apr.1738- 3 nov.1817, tr.,
439 Annigje Jurjens, ca. 1741- 21 nov. 1823; zijn volle neef en nicht.
440 Hendrik Warners Boer, 3 nov.1734 Slood- 14 sept. 1820 Slood.
441 *Aaltien Harmen Schonewille, 8 sept. 1737 Hgv –
442 Berent Harms Vos, Ged. 1 okt.1741- Begr. 24 mei 1805.
443 Annechien Jans Schonewille 5 juni 1732-1796.
444 Hendrik Jans Bloemberg, 1 jan. 1740 – ca. 1780, 1774 Hrot, tr., 25 mei 1766,
445 Geertruid Roelofs(Wever), 9 febr. 1744 – na 1781. .
446 Geert Harms Capiteyn, 1740- 28 sept. 1812 A89 H.Veld, tr.,
447 Jacoba Jacobs Sempel, 16 juni 1743 -23 apr. 1823 A88 H.Veld.

Metselaar IX

448 *Albert Arents Metselaar, febr. 1706 – 4 sept. 1772, tr.,
449 Jacobje Jans, 1703 – ca. 1772 .
450 Hendrik Jans Arends Stoter 1704-1765, tr.,
451 Margjen Abrams, ca. 1695-1760.
454 Jacob Willems Botter, 1697- 1743, tr.
455 Trijntien Pieters, 1697 – 29 dec. 1776.
456 Hendrik Alberts Kat, zie 328/404
457 Beekien Koerts Kattouw, zie 329/405
458 Jan Harms Schonewille (Jaye), 1702 – 1781, tr. ong. 1724,
459 Geertien Jans (Derks), ? – begr. 2 febr. 1762.
460 *Jan Harms Schonewille/Oelen,1682 – 26 juni 1775, tr. 19 juli 1707,
461 *Trijntje Harms/Hermens, 1683 – voor aug 1738.
462 Wolter Harmens (Rotten), ca. 1685 – na 1716, tr. 24 juni 1708,
463 Albertien Hendriks, geb. ca. 1687, jongedochter Pesservelt,
464 *Derk Jans Weydeman/ Van de Weijde, ca. 1665- 1732, tr. nov. 1684,
465 Grietje Egberts Smit, ca. 1660 – ?.
466 Pieter Aalderts Bloemberg, ca. 1689-1770, tr.,
467 Geertje Goossens, ca. 1693-1761.
468 *Albert Arends Schonewille (de Jager/ Kreije?), 14 apr 1709 – begr. 7 dec. 1762 , tr.,
469 *Aaltien Stoffers Lunenborger, 1 juli 1714, doop 29 juli 1714 – 13 sept. 1807, 1733 in Hrot.
470 *Reijnt Jans Smit (Hap), 16 sept.1720 – 16 apr. 1807, Hrdst.1774 Hrot, tr.,
471 Geesje Outen Derks, 10 sept./Okt? 1713 – 21 dec. 1748.
472 *Geert Jans Oele/Schonewille, 1710 – 9 febr. 1793, 1764 Wrot. tr.,
473 *Jantien Stoffers Lunenborger, 1710- 1775/1780?
474 Caspar Jans Blokziel, 4 febr, 1704 – ? tr.,
475 Annechien Hendrix Lunenborger(Mentinck), 2/12 febr. 1708 – 1764.
476 *Gosen Jans Mol, ca.1680/82 – 6 okt. 1737, tr. 21 aug 1707,
477 *Marregien/Maria Jans Wolters Gortworst, 6 okt. 1737 wed. Gosen J. belijdenis
478 Arent Harms Schonewille, zie 400/332
479 Hillegien Alberts, zie 401/333
484 *Jan Zwiers Pander, mrt. 1705 – ca. 1780 ,tr (2),
485 Hillegien Geerts Veuger, 8 aug. 1705 – begr.Hgv. 2 nov. 1771, lidmaat 25 okt.(?) 1725.
486 Harmen Stoffers Schonewille/Lunenborg, mrt 1705 – 1746, tr.,
487 *Trijntje Alberts (Timmerman/Hartman?), 8 aug. 1706 – voor 21 dec. 1747.
488 Jan Zwiers, zie 484
489 Hillegien Geerts Veuger, zie 485
490 Harmen Stoffer Schonewille, zie 486
491 Trijntje Alberts, zie 487

Generatie X

Nijstad X

528 *Hendrik Jacobs (Flobbe/Flabbe/Lap)(Lappie Leer), april 1665 – 16 febr. 1753 (?), tr. okt/nov. 1686,
529 Antje/Annechien Okken/Ocken, ca. 1661- ?, lidmaat apr. 1718 beide van het Hooge Veen.
532 Derk Writsers, Obergum, tr. apr. 1686,
533 Lutgertje Jans Vos, ca. 1660- ? . lidmaat, 30 mrt. 1684.
548 Willem Jans Botter, ca. 1660 Kolderveen/Giethoorn? -1727 Zuidwoldiger Hgv.. tr.,
549 Margje/Klaasjen? Banholt/Batholt, ca.1662- ca.1750 Hgv., in 1728 wed. Willem J. Botter Zuidw. Rot.
550 Harm Roelofs Koster, ca. 1660 – 28 sept. 1758 (?), 1691-1724 Zw.Hgv, 1723-33 Zwrot., lidm. 30 juni
1689, tr. okt. 1684,
551 *Trijntje/Tijne /Triene Jans Swart, ca.1660, lidm. 30 juni 1689, beide van het Hooge Veen.
552
553
554 Hendrik Klaas Muis, ca. 1685-ca. 1747.
555 Zwaantje Hermens/Reynders, ca. 1685.
558 *Geugjen Hendriks Lunenborg/ Strijker/Schonewille/Schonewil, 1710-8 mei 1778.
559 Arentjen Jans Strijker ten Hoorn, 12 sept. 1709- 9 mrt. 1779.
612 Reijnt Jans Smit, ca. 1670 De Wijk- 18 jan. 1760, tr. jan.1693,
613 Geesien Jans Pieters, ca. 1671- 12 okt. 1752, tr. als jongedr. van het Hoogeveen.
614 *Aaldert Peters Moffe , ca. 1660- 30 jan. 1727.
615 Aaltje Albers (van Weerwille), ca. 1660 Weerwille- ?.
616 Gerrit Jan Huisjes.
617 Elsjen.
624 *Hendrik Jans Booij, 8 apr. 1685 Meppel – 30 nov.1728. ZWRot, tr., 1709 Meppel,
625 Hendrikje Harms, ca. 1688 – 1743.
626 Jacob Harms Koster, zie 324
627 Aaltien Koerts, zie 325.
628 *Roelof Jans Overman, ca. 1685 tr.
629 Aaltje Jans Tijlbaart, ca. 1690?
632 Albert Hendrix Klinkien, ca. 1675- 2 okt. 1723, 1704-1713 ZW.Rot, 1715-172.. Wrot (ook
Woest/Oldewoest), tr. 12 juni 1701,
633 Luttien Jans Otten/ Lutte/Lutje Oldewoest, ca. 1680 Hgv.. – ?, jongedochter van ’ t Hogeveen,
634 Hendrik Jans (wednr), ca. 1676? – ?, tr. 13 apr. 1701,
635 Roelofje Roelofs Gust, ca. 1677?.
636 Jan Arends Westerman, ? – 20 mrt. 1746 of 15 dec. 1748, tr. 1707,
637 Grietien Willems Botter, ca. 1684 Giethoorn (zie nr. 548 vader).
638 Jan Willems Botter, zie 320.
639 Roelfien Klaas Hogtink, zie 321.

Botter X

640 Willem Jans Botter, zie 548
641 Margje/Klaasje, zie 549.
642 Claas Roelofs Hogtink/Huchting/Huchsing/Hogtinck, ca. 1650 -1705 Hgv. Lidm. 25 dec. 1685, tr. 27
. jan. 1678 te Ruinerwold
643 Lijsbeth Geerts Klunder, ca. 1655-1723. Claas 1691-1705 Zw.rot, daarna tot 1723 wed. Hogtink.648 Harm Roelofs Koster, zie 550
649 Trijntje Jans, zie 551.
650 Court Albertz (Winkel), ca. 1655 – voor 1704, lidm. 25 dec. 1686, 1691-1694 ZWrot, tr.,
651 NN, wed. Court Albertz genoemd in 1704 ZWrot.
656 *Albert Hendriks Catteschijtte, ca. 1660 – 1707, 1692 ZwHgv,1704-1707 ZWRot, tr. apr. 1687,
657 Hendrikje Wichers, ca. 1663? – ca. 1725, belijdenis 30 mrt. 1684, 1707-1725 Zwrot wed. Catteschijtte.
658 *Court Hendriks Cattouw, ca. 1660 Bremen – 1752? . 1694-1740 HRot, tr.2e,
659 Aaltien/Grietien? Hendrix, ca. 1660.
660 Roelof Lamberts (Dodevis in Hrdst.reg 1694), geb. ca. 1670, in 1691 schipper, tr. (1) mei 1688,
661 Aaltje Hendriks, j.d. van ´t Hoogeveen overl. voor 1707. Roelof trouwt (2) 27 mrt 1707.
662 Hendrik Jurjen Tigelaar-Tigeler, geb. ca.1660 Duitsland. 1691 ZWRot, lidm. kerst 1682, overl. 1712, tr.,
663 *Grietien (Hendrick) Hilbers/Hilberts, ca.1660-1707?
664 *Harm Alberts Schonewille, geb. ca. 1648, 1691-1707 EchtensHgv/NoordseRot, tr. april 1694 (1)
665 *Trijntje? Vos? Jantien Hendriks? Vos?, geb. ca. 1650
670 Court Albertz., zie 650.
671 Wed. Court Albertz, zie 651.
756 Willem Jans Botter, zie 548 en 640
757 Margje/Klaasje, zie 549 en 641.
758 Harm Roelofs Koster, zie 550 en 648.
759 Trijntje Jans, zie 551en 649
762 Hendrik Klaas Muis, zie 554
763 Zwaantje Hermens, zie 555
764 Jan Hendriks Boer, zie 556 en 280
765 Albertje berends, zie 557 en 281
766 Geugjen Hendriks Lunenborg/ Strijker/Schonewille/Schonewil, zie 558
767 Arentjen Jans Strijker ten Hoorn, zie 559

Booij X

768 Hendrik Jans Booij, zie 624
769 Hendrikje Harms, zie 625.
770 Jan Harmens Coster, 1687-1758.
771 Trijntje Roelofs Zwart, 1690-1754.
772 *Pieter Jans Schoonewil, 1682-1724 (?)
773 Jantien Jans ca. 1685 (?)
774 Arend Jans Nijken/IJken/ Scholten, ca. 1692/1693?
775 Pietertien Egberts ca. 1694/1697- april 1761.
776 Jannes Thalen, 1708 – 1723 ZWRot, HRot 1710 en WRot 1712, tr.(2) 8 apr. 1708,
777 Merregje Johannes/ Merrigis Jans.
778 Hendrik Harms Schonewille (Loggien),?-?, 1707 Pesservelt, in 1764 Hendrik Logjes, tr.,
779 *Jentien Hendriks, ca. 1693-1750?
780 Lambert Roelofs Dodevis, zie 330 en 406.
781 Elsje Hendriks Tigelaar, zie 331.
784 Hendrik Jurgens Tigelaar, zie 662.
785 Grietien H. Hilbers, zie 663
792 *Salomon Arends Salomons ca. 1695/1704 – 22 jan. 1776, Hrot 1755, nr. 144 en 1764 nr. 145,
tr. 1728,
793 Geesje Coerts Cattouw, ca. 1695/1707 – 10 juli 1766.
794 Freerik Berents Kleyne (Varkenspootje), geb. 1703 – 5 febr. 1773,1729-31Hrot en Wrot.

795 Elsien/ Elizabeth Lamberts Hartman, ged. aug.1705- bgr.20 juli 1773.
796 Harm Stoffers Schonewille/Lunenborg, zie 486 en 490.
797 Trijntje Alberts (Timmerman), zie 487 en 491.
798 Jan Reynts Smit/ Hap of Stap, zie 306.
799 Annechien Aalders Bloemberg, zie 307.
800 Harm Alberts Schonewille, zie 664.
801 Trijntje? Vos?, zie 665
806 Court Alberts, zie 650 en 670.
807 Wed. Court Alberts, zie 651 en 671.
808 Albert Hendriks Catteschijtte, zie 656.
809 Hendrikje Wichers, zie 657.
810 Court Hendrix Cattouw, zie 658
811 Aaltje, zie 659.
812 Roelof Lamberts (Dodevis), zie 660.
813 Aaltje Hendriks, zie 661.
814 Hendrik Jurjen Tigelaar, zie 662.
815 Grietien Hilbers, zie 663.
832 Hendrik Jans Booij, zie 624 en 768.
833 Hendrikje Herms, zie 625 en 769.
834 Jannes Hendriks (Stoet/Stoeten), geb.ca.1676/1685-18 mrt. 1757, tr.ca.1711, lidm.1 apr. 1714
835 Geertien Klaas/ Klazen.
836 Gosen Jans (ook Nennen), zie 476.
837 Marrichje Wolters, zie 477
838 Arent Harms Schonewille (Vos), zie 332 en 400.
839 Hillegien Alberts, zie 333 en 401
840 *Geert Lamberts Moespot/Moes, ged. 4 apr. 1714 – 6 mrt.1795, ZWRot, tr.,
841 Jantje Goossens (Wolters/Benjamins), 26 mei 1709 – ca. 1780 .
842 Jan Pouwels Botter, 8 aug 1706 – 3 jan. 1759, tr. ca. 1729,
843 Annigje Hendriks (Klinkien?) 10 nov. 1709 – ? .
844 Egbert Andries Veltman, okt. 1706 – 6 apr. 1774, tr., ong. 1731,
845 Wubbegien Derks Tijlbaardt, 11/14 okt. 1708 – 7 mrt. 1769.
846 *Evert Willems (Bocking/Bucking) ten Kley, ca.1700-1767 /of 1696-1760, tr. ca. 1720
847 Annigje Meinen, ca. 1698 – 22 juli 1760.
858 Roelof Harms Koster, ca. 1700-1760.
859 Elsje Harms Waaijman, 1698-1787.
864 Lambertus Christoffels, Twisteren, Munsterland, ca, 1678-1742, tr., 28 sept. 1700,

865 Elizabeth Jans Hartman, 1683-1740, jongedr. te Hooge Vene.
866 Jan Jans Smit/Troost, ca. 1685 De Wijk- begr. juni 1752 HV als Jan Troost, tr.,
867 Femmigje Gosens, ca. 1680-1737. Jan trouwt 3 keer. Ondertrouwt 2e keer 4 sept. 1711 De Wijk.
868 Jan Jurgens Bakmeijer, tussen 1675-1774?
869 Grietjen Jurjens, tussen 1675-1774?
870 Jan Arends (Strijker ten Hoorn), ca. 1660/1668 HV- overl. 1741/1758, tr. 30 juli 1695 A’dam,
871 Fijgje Peters Kramer, geb. Beulake, ged.Vollenhove 2 okt 1664- begr. 1 nov.1754.
872 *Koert Alberts (Winkel bij dood), 30 sept. 1708 – 11 dec. 1798, tr. (1),
873 Albertien Jans Cuiper(s), 26 mei 1709 – ca.1750.
874 Arent Jans Hartman, 3 dec. 1711 – 18 oct/nov 1769, tr……..,
875 Margjen Harms Klunder, ca. 1702?-1763?
876 Harm Harmens Smeding, ca. 1690- 3 dec. 1771, tr. 6 nov. 1717 Ijhorst.
877 Annigje Jans ten Hoorn, 1696-1771.
878 Jurjen Jansz Bakmeijer, zie 434
879 Niesjen Jans ( Strijker ten Hoorn), zie 435
880 Warner Geerts Boer, ca. 1704-1762.
881 Swaantien Hendriks, ca. 1705-1774.
882 *Harmen Stoffers (Lunenborger) Schonewille, zie 486, 490.
883 Trijntje Alberts Hartman, zie 487, 491.
884 *Harm Hendriks (Olde Krije) Vos, 1705-1772.
885 Aaltien (Jans) Berends (Smeding), 1710-1772 (1760?).
886 *Jan Harms (Jaye) Schonewille, ca. 1702-1762.
887 Geertje Jans derks, ca. 1702-1762.
888 Jan Jans Bloemberg, 10 oct. 1707 – na 1764, 1774 Hrot. nr. 70, tr.,
889 Geesje Jans (Giethoorn), 8 mrt. 1711 – ?
890 Roelof Gerrits, ca. 1714?, tr.,
891 Geesje Jans, ca. 1715?
892 Harm Geerts Kapteyn, ca. 1710- 17 okt. 1776, ZWrot 1764-1774.
893 Margje Goosens, ca. 1718-1776 (dochter van 476 en 836?)
894 Jacob Assies Sempel, ged. 23 sept. 1714-voor 1746.
895 Jantien Jans Bloemberg, 28 febr. 1717-1755. Jantien tr. 2 Meijne Jans Fidom.

Metselaar X

896 *Arent Jans Metselaar, Koekange/de Wijk, tr. 1683,
897 Grietje Otten Hendriks, 1678- 29 okt. 1727.
898 Jan Jans Derks/Derx, ca. 1665- , tr. jan. 1694
899 Beerte Claas, jd. Kolderveen/Nijeveen, ca. 1662-1705 ?, (tr, 1 Geert Jans), tr. 2 Derx.
900 Jan Arents Stoter (Metselaar).
901 Claasje Willems, overl. Hgv.
902 Abraham Harms Schurink, ca. 1660- 26 okt. 1727, tr. 1686,
903 *Adriaantje Faken Booij, 1662 Meppel-overl. 1753 Hgv (ca. 90 jaar?)
908 Willem Jans Botter, zie 548, 640 en 756.
909 Margje/Klaasje Batholt, zie 549, 641 en 757.
910 Peter Peters (?), tr. 9 mei 1697,
911 Zwaantje Stoffers.
912 Albert Hendriks Catschijtte, aanw. Op lijst 1678, zie 656 en 808.
913 Hendrikje Wichers, zie 657 en 809.
914 Court Hendriks Cattouw, zie 658 en 810.
915 Aaltje, zie 659 en 811.
916 Harm Alberts Schonewille, zie 664 en 800,
917 Annigje Hendriks.
918 Jan Derks, zie 898.
919 Beerte Claas, zie 899.
920 Harm Alberts Schonewille, zie 664, 800 en 916,
921 Trijntje? Vos?, zie 665 en 801.
922 Harm Alberts Schonewille, zie 664, 800, 916 en 920.
923 Trijntje? Vos?, zie 665, 801 en 921.
928 Jan Koerts van der Weyde/Weide, tr.,
929 Rijmcken/Riemke Dercks, ca.1650-ca. 1694
932 Aaldert Pieters Moffe Bloemberg, zie 614.
933 Aaltje Albers van Weerwille, zie 615.
934 Goosen?
936 *Arent Harms Schonewille (Vos), zie 332, 400 en 838.
937 Hilligjen Alberts, zie 333, 401 en 839.
938 *Christoffel (Stoffer) Hendriks Lunenborger, ca. 1678 – 9 jan. 1761/64, 1704-1713 en 1755
NRot, tr. 4 jan. 1701,
939 *Aaltje Harms Schonewille ged. 1677-overl. 9 jan.1761.
940 Jan Reynts Smit (Hap), zie 306.
941 Annechien Aalders Bloemberg, zie 307.
942 Oute Derks, Roon, 1714 NRot, tr. 20 mei 1708 als jongeman van Roon
943 Elzien Everts, lidm. 2 apr., 1725 geregistreerd als wed. Oute.
944 Jan Harms Schonewille (Oele), zie 460, tr.,
945 Trijntien Harms /Harmen/ Hermens, zie 461.
946 Christoffel (Stoffer) Hendriks Lunenborger, zie 938
947 Aaltien Harms Schonewille, zie 939
948 Jan Peters Blokziel (Philips), geb. okt. 1670, WesterRot…., tr. aug 1694(?),
949 Anna Maria Caspers 1682 – nov. 1742.
950 *Hendrik Hendriks Lunenborger, ca. 1680 – 5 nov. 1756, lidm. 1718, tr. 21 juni 1705,
951 Suzanne Reinder/Leuchen/Reints /Geuchjes, De Wijk 31 jan. 1686 – voor 1737 of 1776?
952 *Jan Seinen Mol, ca. 1661 Meppel?- na 28 mrt. 1723 Zuidwolde?
953 Jantjen Faken Booij, ca. 1660 Meppel-10 aug.1753
954 (Jan) Wolter Hermens (Gortworst?), ca. 1660- 4 dec. 1754, 1704/1708 H.Rot, tr. aug. 1685,
955 Jentje Zeynen/ Seinen, ca. 1668 Hgv.- 8 juli 1706.
956 Harmen Alberts Schonewille, zie 664, 800, 916, 920, 922.
957 Trijntje? Vos?, zie 665, 801, 917,921,923.
968 *Jan Zwiers Pander, ca. 1680 Neuenhaus, -ca. 1710 Hgv, 1704 Wrot, 1709 Oldepander Jan
Zwiers, tr.,
969 Angenus Abeen (Swiers?), 18- mrt.1680 Horstel Munster – ca. 1730 Hgv.,
970 Geert Peters Veuger, ca. 1673-1736, lidm. 25 dec. 1698, in 1704 Wrot, 1706-1733 Hrot, ook
Geert Pieters Fortien, tr. 26 febr. 1699,
971 Trijntje Wilms, ca, 1670-ca. 1738, lidm. 9 apr. 1694.
972 Christoffel (Stoffer) Hendriks Lunenborger, zie 938.
973 Aaltien Harms Schoonwil, zie 939.
974 Albert Jans Timmerman, tr. 10 aug. 1704 (2),
975 Trijntje Hermens, Zwolle.
976 Jan Zwiers Pander, zie 968.
977 Angenus Abeen (?), zie 969.
978 Geert Peters Veuger, zie 970.
979 Trijntje Wilms, zie 971
980 Christoffel (Stoffer) Hendriks Lunenborger, zie 938 en 972.
981 Aaltien Harms Schoonwil, zie 939 en 973.
982 Albert Jans Timmerman, zie 974.
983 Trijntje Hermens, zie 975.

Generatie XI

Nijstad XI

1066 *Jan Vos, ca. 1630 Zuidlaren?- na1682 Hgv., 22 mrt. 1682 lidm. en kerspelvolmacht, Hrdstreg. 1694
Achter de Kerk, tr.,
1067 Hendrikje Hendriks, ca. 1630- na 1682 Hgv., lidm. 1682.
1096 Jan Bartelds Botter, geb. voor 1660 – ,12 juli 1691 met attestatie uit Colderveen, 1691-1707 HRot
en ZwRot, tr.,
1097 Hendrikje Claes, ca. 1639-1705.
1100 Roelof Jacobs Koster ca. 1638?,
1112 Hendrik Hendriks Lunenborger, zie 950.
1113 Susanne Reints Geugjes, zie 951.
1114 Jan Arends Bakker/Strijker ten Hoorn, zie 870.
1115 Fijgje/Fijtje/Fijgien Pieters Kramer, zie 871.
1224 Jan Everts Smit, ca.1640 De Wijk – overl. HV, tr. 28 okt 1666 Ijhorst als jm. Van De Wijk,
1225 Grietje Reijnts geb. ca. 1640- overl. HV, tr. als jongedr. van De Wijk.
1248 *Jan Booijs, 15 dec. 1661 Meppel – 14 dec. 1717 Meppel, 25 dec. 1686 met attestatie naar Echtens H., tr. (1) 20 juli 1684,
1249 Stijntien Geerts, 27 febr. 1663 Meppel -20 sept. 1693 Meppel, 25 dec. 1684 met attestatie naar E.H..
1252 Harm Roelofs Coster, zie 550 en 648, tr.,
1253 Trijntje Jans, zie 551 en 649.
1258 Jan Derks Tijlbaardt, 1655?-
1259 Wubbegien Asjes, 1653-1701.
1264 Hendrik Alberts Olde Klinkien, praamsch., ca. 1650- ca. 1710, ZW.Hgv 1691-94, W.rot 1704-1709 (Klinkin, Olde Klinkien, Klinckien).
1265 (Annigje Hendriks, hypoth.). ca. 1650 Echten – 1693 Hgv..
1266 Jan Otten, geb. ca. 1655 Kollumerzwaag?- overl., 1733, samen met huysvr. lidm. 25 oct. 1685,
1691-94 schipper ZWHgv, tr.,
1267 Trijne Harms, ca. 1662-1722 ? tr.1 Jan Otten.
1272
1273
1274 Willem Jans Botter, zie 548, 640, 756.
1275 Margje/Klaasje, zie 549, 641, 757.
1276 Willem Jans Botter, zie 548, 640, 756 en 1274.
1277 Margje/Klaasje, zie 549, 641, 757 en 1275.
1278 Claas Roelofs Hogtink, zie 642.
1279 Lijsbeth Geerts, zie 643.

Botter XI

1280 Jan Bartelds Botter, zie 1096.
1281 Hendrikje Claes, zie 1097.
1312 *Hendrik Catte Scheitte, 1691-93 Echt.Hgv, Hrdst.reg. later wed. Catte Scheitte.
1313 Weduwe Catte Scheitte
1320 Lambert Dodevis,
1321 Aaltje Hendriks.
1324 Jurgen Tigeler, Dld.
1328 Albert Schonewille, ZW.Hgv 1691-92.
1338 Wolter van Munster.
1336 Jantien Bakkers?/Batchers.
1512 Jan Bartelds Botter, zie 1096 en 1280.
1513 Hendrikje Claes, zie 1097 en 1281.

Booij XI

1536 Jan Booijs, zie 1248.
1537 Stijntien Geerts, zie 1249
1540 Harm Roelofs Koster, 1669-1758.
1541 Trijntje Jans Swart, 1662-1753.
1544 *Jan Alberts Schonewille, ca. 1635.
1548 Jan Niklaas Arents Sterken
1552 Roelof Lamberts Thalen, ? – overl. ca. 1714, aanw. op lijst 1678, 17 apr. 1685 lidm, 1691-
1712 Hrot, 1716 wed. R.L.Thalen,, tr.6 dec. 1677 als jongeman van Meppel aldaar,
1553 Sybilla Janssen Stewich jd. Wonend op het Hoge Veen, lidm. apr. 1682, 2 oct. 1720 met
attestatie naar A’dam.
1554 Johannes Wopkes, tr.,
1555 Lijsbeth Gelmer/Ibink.
1556 Harm Alberts Schonewille, zie 664, 800, 916 en 920, tr. (2),
1557 Annigje Hendriks (Geerts?), zie 917.
1560 Roelof Lamberts Dodevis, zie 660.
1561 Aaltje Hendriks, zie 661.
1562 Hendrik Jurjen Tigelaar, zie 662, 784, 814.
1563 Grietien Hilberts, zie 663, 785 en 815.
1568 Jurgen Tigeler, Dld. zie 1324.
1569 (X)
1570 (Hilbert Jacobs)
1571 (Grietje Pauwels)
1584 (Arend Salomons)
1586 Court Hendriks Cattouw, zie 658.
1587 Aaltien ?, zie 65
4.
1588 Berend Frederiks (Kleyne), 1675-1723, tr.(1) 21 jan. 1700, 1691-94 ZwHgv, 1704-13 Zwrot 67.
1589 *Aaltje Arents, 1698 met att. uit Colderveen (tr. 2 Geesje Faken Booijs).
1590 Lambert Christoffels, zie 864.
1591 Elizabeth Jans Hartman, zie 865.
1592 Stoffer Hendriks Lunenborger, zie 938, 972 en 980.
1593 Aaltje Harmens Schonewille, zie 939, 973 en 981.
1594 Albert Jans (Timmerman), zie 974 en 982.
1595 Stijntje Hermens, zie 975 en 983.
1600 Albert Schonewille, zie 1328.
1616 Hendrik Catte Scheitte, zie 1312.
1617 Wed. Catte Scheitte, zie 1313.
1628 J. Tigeler, 1324 en 1568.
1664 Jan Booijs, zie 1248 en 1536.
1665 Stijntien Geerts, zie 1249 en 1537.
1668 Hendric Stoet (en).
1670 Claas Stevens, tr. 14 mrt. 1680 Ijhorst.
1671 Geesje Jans.
1672 Jan Seinen Mol, zie 952,
1673 Jantjen Faken Booijs, zie 953.
1674 Jan Wolter Hermens, zie 954
1675 Jentje Zeynen, zie 955
1676 Harm Alberts Schonewille, zie 664, 800, 916, 920 en 1556,
1677 Trijntje? Vos?, zie 665, 801 en 921.
1678 (Albert)

1680 *Lambert Geerts Schwiep (Moespot), ged. ca. 1685 – 29 mrt. 1769, ZWrot 1714, tr. (1),
1681 Magdalena Leentje Hendrix Tichelaar(Olde), ca. 1685-15 mei 1759, beide belijdenis 17 apr.1713 Lambert tr. 2 in 1725 Klaasje Jans.
1682 Goossen Jans (Nenne) (Mol), zie 476 en 836
1683 Marrigje Jans Wolters, zie 477 en 837.
1684 Pouwel Arends, geb. ca.1680 -begr. 2 mei 1767, tr. 1702,
1685 Trijntje Jans Botter, ca. 1678 – 29 juli 1727.
1686 Hendrik Hendrix Klinkien, tr. 5 mrt 1702 als j.m. van het Hoge veen,
1687 Geertien Harms (Smant), do. van Jan Harms (Smant).
1688 *Andries Hendrix (Veltman?), ca. 1675- na 1756?, tr.(1) nov. 1701, Pastoorsgeld Pesservelt
1706, grondschatting 1756? tr. (1)
1689 Annigje Harms, jd. Pesse, 1684-1720?
1690 Derk Jans Tijlbaart, geb. ca 1682- 1712/1713, tr. 25 mrt. 1708,
1691 Trijntje Harms, ca. 1670 (2e huwelijk).
1692 *Willem Hendriks ten Kley, 25 aug. 1658 Coevorden- overl. na 1733, tr. juni 1688 HV,
Hrdstreg. 1733-
1693 Geesje Everts, 1660/1665-1730, lidmaat 1682.
1694 Meine Meynes Fijdom, geb. ca. 1660
1695 Femmigje of Geertruit Roelofs Waninge, ca. 1660.
1716 Harm Roelofs Koster, ?- overl. 28 sept. 1758?, 1691-94 ZwHgv, 1723-33 Zwrot, tr. okt 1684,

1717 Trijntje Jans, beiden belijdenis 30 juni 1689, beiden van het Hoge Vene.

1730 Jan Christiaans Hartman, ca. 1650?, tr.,
1731 Elizabeth/Elsien Arends, ca. 1650?
1732 Jan Everts Smit, zie1224.
1733 Grietje Reints, zie 1225.
1740 Arend Pauwels/Jans? (Strijker ten Hoorn), ca. 1640-1700
1741 Annigje Roelofs, ca. 1640-1695.

1743 Aaltje Beenen, 30 jan. Beulake- okt. 1690 EHgv
1744 Albert Courtz. ong. 1680 – voor 7 mei 1731, ZWRot 1709-10, nr. 121, 1712-1721 nr 13
hoogste bijdrage, tr. 3 juli 1707,
1745 *Marregien Arends j.d. beiden op het Hoge Veen.
1748 Jan Jans Hartman, geb. 1680 (?) – overl. 7 febr. 1729 ? tr.,
1749 Anna Catharina Jans Kattouw, 1684-1758.
1750 Harmen Geerts (Klunder), ca. 1672?, tr. mei 1693,
1751 Fijgien Jans, ca. 1673? Beide van het Hoge Vene.
1752 Harm Smeding,

1753 (?)
1754 Jan Arends Strijker ten Hoorn, zie 870,1114.
1755 Fijgje Peters Kramer, zie 871, 1115.
1768 Hendrik Harms Vos (Olde Vos), ca. 1676/1678- 11 mei 1769, tr.,
1769 *Annegien Hendriks (Lunenborger), ca. 1677-1740.
1776 *Jan Hendriks ( Bloemberg), 1689- begr. 5 mei 1761, Hrot 1708-11, 1712-33 nr.130.
1777 Aaltien Jans Kattouw, ca. 1682- 10 juli 1761.
1778 Jan Wolters (Giethoorn), ca. 1680-1726, HRot 1704-1714, Nrot 1715-1725, tr. 17 mrt. 1700,
1779 Dieuwke Jacobs Oldewortel, ca. 1685-1733, wed. J. Wolters Nrot 1726-1733.
1784 Geert Wigger Kapteyn, ZWrot, 1705-1720, tr, 29-juni 1700
1785 Pietertje Harms, jd van het Hoge Veen, ZWrot 1755 wed G. Kapteyn.
1786 *Goossen Jans Mol, zie 476, 836 en 1682.
1787 *Marrigjen Jans Wolters, zie 477, 837 en 1683.
1788 Assies Jacobs Sempel, ca. 1683-1773, tr. 25 april 1708 (1), 1716 Hrot, 1719-1733 Wrot, 1755-
64 Zwrot.
1789 Jantien Roelofs Zwart, ca. 1685- 10 okt 1750.
1790 Jan Hendriks Bloemberg, zie 1776,
1791 Aaltien Jans Kattouw, zie 1777

Metselaar XI

1792 (Jan Arents)
1793 (Otto?Otten)
1804 Harm Schurink, wednr. 1693 ?
1806 *Fake Booijs, ca. 1621- 1702 ,tr. (2) 1657,
1807 Femmeke Bartelds, 1632-1700.
1816 Jan Bartelds Botter, zie 1096 en 1280.
1817 Hendrikje Claes, zie 1097 en 1281.
1824 Hendrik Catte Scheitte, zie 1312 en 1616.
1825 Wed. Catte scheijtte, zie 1313 en 1617.
1826 (Wicher)
1832 Albert Schonewille, zie 1328 en 1600.
1840 Albert Schonewille, zie 1328, 1600 en 1832.
1864 (Pieter Moffe)
1865 (Grietje Aalderts)
1872 Harm Alberts Schonewille, zie 664, 800, 916, 920, 1556 en 1676.
1873 Trijntje? Vos?, zie 665, 801, 921 en 1677
1874 (Albert)
1876 Hendrik (Chr.?) Lunenborger, ca. 1645 -?, tr. ca. 1670,
1877 Aaltje?/Trijntje?

1878 Harm Alberts Schonewille, zie 664, 800, 916, 920, 1556, 1676 en 1872.
1879 Trijntje? Vos?, zie 665, 801, 921, 1677 en 1873
1880 Reynt Jans Smit, ong. 1670 De Wijk, – overl. 1760?,1712 Nrot, 1742 Pesservelt, tr. dec.1693
1881 Geesje Peters, 1671 – 12 oct. 1752 als vr. van R.J.Smit.
1882 Aaldert Pieters Bloemberg Moffe, zie 614, 932.
1883 Aaltje Alberts van Weerwille, zie 615, 933.
1888 Harm Alberts Schonewille, zie 664, 800, 916, 920, 1556, 1676, 1872 en 1878.
1889 Trijntje? Vos?, zie 665, 801, 921, 1677, 1873 en 1879.
1896 Hendrik (Chr.?) Lunenborger, zie 1876
1897 Aaltje?/Trijntje, zie 1877.
1898 Harm Alberts Schonewille, zie 664, 800, 916, 920, 1556, 1676, 1872, 1878 en 1888.
1899 Trijntje? Vos?, zie 665, 801, 921, 1677, 1873, 1879 en 1889.
1900 Hendrik (Chr.?) Lunenborger, zie 1876 en 1896.
1901 Aaltje?/Trijntje?, zie 1877 en 1897.
1902 Geugjen Reints, geb. ca. 1650 HV-overl. HV ?.
1903 Annechien Lamberts Mentinck, 16 aug. 1657 Hasselt- overl. De Wijk
1904 (Seine Mol)
1905 (Marrigje)
1906 Fake Booijs, zie 1806

1907 Femmeken Bartels, zie 1807
1912 Albert Schonewille, zie 1328, 1600, 1832, 1840.
1936 (Jan Berends Swiers Dld?)
1940 *Peter Geerts Veuger, ca. 1647-1686, Pesservelt, tr. 24 juni 1669 Staphorst,
1941 Clasien Arents, ca. 1650-1687.
1942 (Willem Berends)
1943 (Hillechien Herms)
1944 Hendrik (Chr.?) Lunenborger, zie 1876, 1896 en 1900,
1945 Aaltje?/ Trijntje?, zie 1877, 1897 en 1901.
1946 Harm Alberts Schonewille, zie 664, 800, 916, 920, 1556, 1676, 1872, 1878 en 1898.
1947 Trijntje? Vos?, zie 665, 801, 921, 1677, 1873, 1879, 1889 en 1899
1948 (Jan Alberts (Timmerman)?)
1956 Peter Geerts Veuger, zie 1940.
1957 Clasien Arents, zie 1941.
1960 Hendrik (Chr.?) Lunenborger, zie 1876, 1896, 1900 en 1944,
1961 Aaltje?/Trijntje?, zie 1877, 1897, 1901 en 1946.
1962 Harm Alberts Schonewille, zie 1946 + 9
1963 Trijntje? Vos?, zie 1947 + 8
1964 (Jan Alberts (Timmerman)?)

Generatie XII

Nijstad XII

2134 (Hendrik Derks Lunenborger)
2135 (Aaltje Christiaans (hypothetisch))
2192 Barteld Jans Botter, aanwezig Echtens Hoogeveen 1691-94 (zie Schultengerecht Zuidwolde 1642 ?).
2228 Arend Pauwels ten Hoorn, geb. Amsterdam?
2229 Annigje, Amsterdam?
2231 Aaltje Beenen, zie 1743.
2496 *Boye Leeuwes (Lewes, Lieuwes, Lebes etc.), ong. 1600 Kootstertille (Friesland) – voor 1691, 1632
Jistrum( Fr.), 1638 Colonie, 1651 Meppel, tr. (1),
2497 Grietien Jorcks (Griet Jurcks), ong.1600 Kootstertille – ong.1650 Echten?
2518 Asse/Asje/Assies Boelens, 1610-1678,
2519 Aaltien Jacobs Sempel, ca. 1615-1692.
2532 Otte Jans, ca. 1640,
2533 Jacobje Fijten/Vijten, geb. Meppel?

Botter XII

2560 Barteld Jans Botter, zie 2192.
3024 Barteld Jans Botter, zie 2192 en 2560.

Booij XII

3072 Boye Leeuwes, zie 2496.
3073 Grietien Jorcks, zie 2497.
3088 Albert Schonewille, zie 1328, 1600, 1832, 1840, 1912.
3112 Albert Schonewille, zie 1328, 1600, 1832, 1840, 1912, 3088.
3114 (Hendrik)
3120 Lambert Roelofs, ZW.Hgv.
3176 Berend Frederiks, zie 1588.
3177 Aaltje Arends, zie 1589.
3184 Hendrik (Chr.?) Lunenborger, zie 1876, 1896, 1900, 1944 en 1960.
3185 Aaltje?/Trijntje?, zie 1877, 1897, 1901,1945 en 1961.
3186 Harm Alberts Schonewille, zie 664, 800, 916, 920, 1556, 1676, 1872, 1878, 1898, 1946 en
1962.
3187 Trijntje? Vos?, zie 665, 801, 921, 1677, 1873, 1879, 1889,1899, 1947 en 1963.
3240 Hendrick Kattouw, zie 1316, 1620, 1827, 3172
3328 Boye Leeuwe, zie 2496 en 3072.
3329 Grietien Jorcks, zie 2497 en 3073.
3352 Albert Schonewille, zie 1328, 1600, 1832,1840, 1912, 3088, 3112.
3354 Jan Vos? zie 1066
3355 Hendrikje Hendriks?, zie 1067.
3360 *Geert Hendriks (in de Moespot) Schwiep, ca. 1660 Schuttorf -1723.
3361 Luytien Lamberts Rademaker, ged. 1660 Staphorst -1704.
3362 Hendrick Jurgen Tegeler, zie 662, 784, 814.
3363 Annegien Hendriks.

3364 Jan Zeijne Mol, zie 952
3365 Jantien Faken, zie 953
3370 Jan Bartelds Botter, zie 1096, 1280 en 1816.
3371 Hendrikje Claes, zie 1097, 1281 en 1817.
3376 Hendric Hermens, Pesservelt 1691-94 ca. nr 20 schipper, zie ook lijst 1678.
3384 Hendrik Jans ten Kley, ca. 1630 Coevorden -1720,
3385 Judith Willems (Molt), ca. 1630-1720. 1682 beiden lidmaat Ehgv..
3460 (J.J. Hartman)
3488 Court Albertz, zie 650, 670, 806.
3489 Wed. Court A., 651, 671, 807.
3490 Arend Carsten/Tijmen, tr. 13 juni 1675 Ehgv als jongeman van Colderveen,
3491 Hillighje Hendriks.
3496 Jan Christiaans Hartman, zie 1730.
3497 Elizabeth/Elsien Arends, zie 1731.
3498 *Jan Harms Kattouw, ca. 1650 Ambt Sijke Hannover -1724, tr. 12 febr. 1682 Ehgv?
3499 *Geesje Mette Fijten /Fijen, ca. 1655-1724.
3500 Geert Harmen Klunder, lidmaat 1682.
3536 Harm Alberts Schonewille, zie 664, 800, 916, 920, 1556, 1676, 1872, 1878, 1898, 1946,
1962, 3186.
3537 Jantien/Grietjen/Trijntje, zie
3538 Hendrik Lunenborg, zie 1876, 1897, 1900, 1944, 1960, 3184.
3539 Trijntje/Aaltje, zie 1877, 1897, 1901, 1945, 1961, 3185.
3552 *Hendrik Jans Bloemberg, overl. ca 1716, 1691-94 Zwhgv, 1702-1714 Zwrot, 1716-1723
wed.H.Bloemberg.
3553 Heyltje Willems, begr. 28 mei-1725
3554 Jan Harms Kattouw, zie 3498
3555 Geesjen Mette Fijen/Fijten, zie 3499
3572 Jan Seinen Mol, zie 952, 3364
3573 Jantje Faken Booijs/Jantien Faken, zie 953, 3365
3574 (Jan) Wolter Hermen (Gortworst), zie 954,
3575 Jentje Seijnen, zie 955.
3576 Jacob Assies Sempel, ca. 1656-1710, 1691-94 Hrstreg dagloner/praam Zwhgv, 1706-10 Wrot.
3577 Annechijn Jannis (Jannes), 1660-1732 (ca.), 1723 wed. Jacob Assies.
3578 Roelof Hendricks Swarte,

3579 (?)
3580 Hendrik Jans Bloemberg, ca.1680 Alteveer – overl.tussen 1753-1761,
3581 Heiltje Willems, ca. 1660-28 mei 1725.
3582 Jan Harms Kattouw, zie 3498 en 3554,
3583 Geesje Mette Feijten, zie 3499 en 3555.

Metselaar XII

3612 Boye Leeuwes, 3328 + 2.
3613 Grietien Jorcks, 3329 +2.
3632 Barteld Jans Botter, zie 3024 +2.
3744 Albert Schonewille, zie 3352 + 5.
3745 Jan Vos?, zie 3354 + 1.
3746 Hendrikje Hendriks, zie 3355 +1.
3752 *Stoffer Luinenborger. ZW.Hgv., 1691-92, tr.,
3753 Elsje?, wed. Lunnenborger ZW.Hgv. 1693.
3756 Albert Schonewille, zie 3744 + 6.
3758 Jan Vos?, zie 3745 + 2.
3759 Hendrikje Hendriks?, zie 3746 + 2.
3772
3773
3776 Albert Schonewille, zie 3756 + 7.
3778 Jan Vos?, zie 3758 + 3.
3779 Hendrikje Hendriks?, zie 3758 +3.
3792 Stoffer Luinenborger, zie 3752.
3793 Elsje?, zie 3753.
3796 Albert Schonewille, zie 3776 +8.
3798 Jan Vos?, zie 3778 + 4.
3799 Hendrikje Hendriks?, 3779 +4.
3800 Stoffer Luinenborger, zie 3792 +1.
3801 Elsje?, zie 3793 +1.
3812 Booij Liewes, Lewe Boyes, Lewes Boijes 3612+3,

3813 Griet Jurcks, 3613+3 ?..
3880 Geert Jans Veuger, 1657 of voor 1669 genoemd in ’t Hooge Echtenerveen?
3888 Stoffer Luinenborger, zie 3800 +2.
3889 Elsje?, zie 3801 +2.
3892 Albert Schonewille, zie 3796 + 9.
3893
3894 Jan Vos?, zie 3798 +5.
3895 Hendrikje Hendriks?, zie 3799 +5.
3912 Geert Jans Veuger, zie 3880.
3920 Stoffer Luinenberger. zie 3888 +3.
3921 Elsje ?, zie 3889 +3.
3922 Albert Schonewille, zie 3892 +10.
3924 Jan Vos?, zie 3894 +6.
3925 Hendrikje Hendriks?, zie 3895 +6.
5036 Jacob Assies Sempel, zie 3576
5037 Annechijn Jannis, zie 3577

Generatie XIII

Booij XIII

6368 Stoffer Luinenberger, zie 3920 +4
6369 Elsje?, zie 3921 +4
6372 Albert Schonewille, zie 3922 +11
6373 Jan Vos?, zie 3924 +7
6374 Hendrikje Hendriks, zie 3925 +7
6740 Barteld Jans Botter, zie 3632 +3
7072 Albert Schonewille, zie 3922 + 12.
7146 Fake Booijs, zie 1806 en 1906.
7147 Femmeke Bartels 1807 en 1907.
7152 Asse Boelen, zie 2518
7153 Aaltje Sempels, zie 2519

Generatie XIV

Booij XIV

14292 Boye Leeuwes, zie 3612 +3
14293 Grietien Jorcks 3613+3

Advertenties

Sommige bezoekers kunnen hier soms een advertentie
en een banner over Privacy & Cookies onderaan de pagina zien.
Je kunt deze advertenties verbergen door te upgraden naar één van onze betaalde abonnementen.

Upgrade nu Bericht verwerpen

Op dit artikel kan niet (meer) gereageerd worden.